Het "Plafond"

Het opstijgen van de warme lucht en de waterdruppeltjes houdt op een gegeven moment op.
De lucht wordt te koud, de druppeltjes gaan condenseren en blijven hangen.

Feitelijk zakken ze in de wolk weer naar beneden, warmen weer op, stijgen weer , zakken weer etc. etc.
Dat punt waar dit proces begint heet het "plafond" of condensatielaag.

In een huis zit een plafond bovenaan, hier, in een wolk,  onderaan:
De deeltjes koelen af, zakken naar beneden en komen op een luchtlaag die warm genoeg is om ze weer te verdampen.

 

Deze laag is meestal behoorlijk egaal.
Dan stijgen ze weer op, maar misschien wel net eventjes wat hoger dan de vorige keer => de bovenkant wordt bobbelig, de onderkant plat.

Het kan ook andersom:
Een egale koude luchtlaag waar de druppeltjes tegenaan komen, gaan dalen met een ongelijke warme laag onderaan.
Dan krijgen we een wolk die een platte bovenkant heeft en een plukkerige onderkant.

Dit zien we bijvoorbeeld bij een naderend warmtefront.



Een Cumulo Nimbus wolk is daar een mooi voorbeeld van.