Als er relatief warme regen op een (bijna windstille) dag naar een relatief koud aardoppervlak valt kan er mist ontstaan.
Het zijn niet de regendruppels die de mist gaan vormen, maar de koude luchtlaag bij het aard/zeeoppervlak die verzadigd raakt met vocht en daardoor gaat condenseren.
Deze vorm van mist komt nogal eens voor in het vroege voorjaar op koude zeeën zoals het noordelijke deel van de Noordzee, de Baltic en de (Ant) Arctische streken.