Mist zijn microsopisch kleine waterdruppeltjes die het zicht belemmeren.
We spreken van mist als het zicht minder is dan 1000 meter.
Zicht > 1000 meter: nevel / heiïg "Haze"
Zicht 400 - 1000 meter: mist. "Fog"
Zicht 50 -400 meter: dichte mist "Heavy Fog"
Zicht < 50m zeer dichte mist "Dense Fog"
Om te begrijpen wat mist is moeten we naar de basis van het ontstaan ervan: condensatie.
En we kennen het allemaal:
Condens ontstaat als waterdamp op een koud oppervlak terecht komt.
Op een glas bier vinden we het fijn.
Op een raam wordt het al een stuk irritanter.
En op zee is het meer dan irritant, dan wordt het (ondanks het gebruik van radar) gevaarlijk.
Mist kan meerdere oorzaken hebben, maar het onstaat dus altijd doordat lucht afkoelt waardoor waterdamp condenseert tot waterdruppeltjes.
Condensation. How it Works. (Bron; Rebecca Beard. YouTube)
De druppeltjes zijn zo klein dat ze blijven zweven.
Feitelijk hangen er dus wolken op het aardoppervlak.
En net als met het vormen van wolken heeft mist dus miniscuul kleine deeltje in de lucht nodig om op te kunnen condenseren: aerosolen.
Net als je adem tegen een koud raam.
Tussen je mond en het raam zie je geen condens. Maar eenmaal op het raam kunnen de warme vochtdeeltjes condenseren tegen het oppervlak van het raam.
Mist kan dus ontstaan door zeer laag hangende bewolking, maar kan ook onstaan vanuit het water- of aardoppervlak.
Onstaat het door:
Afkoelen dan spreken we over stralings- en advectievemist.
Mengen dan spreken we over slootjesmist of arctische zeerook
Combinatie van beiden dan spreken we van regen- of frontmist.
Een voorwaarde is wel dat de gecondenseerde waterdruppeltjes in de buurt van elkaar moeten blijven.
Er zal dus nooit (veel) wind staan tijdens mist.
Overigens ontstaat het slechte zicht niet zozeer doordat er waterdruppeltjes in de lucht hangen.
Je kunt best een redelijke afstand door water kijken, zoals in een zwembad.
Maar de waterdruppeltjes werken als kleine prisma's en verstrooien het licht.
Er valt dus veel minder licht op je netvlies, waardoor je niet goed kunt zien wat er zich achter de waterdruppeltjes bevindt
Voorwaarden voor mist zijn dus:
- Koude lucht op een warm oppervlak.
- Vocht in de lucht.
- Geen of zeer weinig wind.
- Aerosolen.
- Ook moet het zo goed als onbewolkt zijn, zodat de lucht goed kan afkoelen.
Bij bewolkte omstandigheden blijft de warmte onder de wolken hangen en kan de lucht niet genoeg afkoelen.
Door deze factoren is het erg moeiljk om een mistverwachting te maken.
De factoren kunnen wel verwacht worden, maar of er in plaats A wel mist komt en in plaats B niet is erg moeilijk.
Er hoeft maar een beetje wind te staan
En warme lucht op een koud oppervlak dan?
Geeft dat geen mist?
Jazeker, zie maar het voorbeeld op een raam.
Maar op zee zal het niet gebeuren, daar warme lucht opstijgt.
Ook dan stuit het op een gegeven moment op een koud oppervlak en vormt dan mist.
Alleen dan zien we het als wolken.