Processen in een CB wolk

Wat voor processen vinden er in een CB wolk plaats?

Om het proces in een Cb wolk te begrijpen moeten we het eerst over het Wegener-Bergeron proces en coalescentie hebben.

Coalescentie:
"Het samengaan of samensmelten van minuscule waterdruppeltjes tot grotere waterdruppels in een wolk. Uiteindelijk, wanneer de druppels zwaar genoeg zijn, vallen deze als regendruppels neer. "
Bron: Encyclo.nl


Wegener-Bergeron proces:
Dit proces is genoemd naar de twee meteorologen die het ontdekt hebben.

Wolken bestaan deels uit waterdruppeltjes en deels uit ijskristallen.
De waterdruppeltjes kunnen in gewone en in onderkoelde toestand voorkomen.

Onderkoelde waterdruppeltjes ontstaan omdat waterdamp zo schoon is dat de deeltjes niet bevriezen, ook al is het ruim onder nul.
Voor bevriezen is namelijk ook "vervuiling" nodig waar het ijs zich aan kan hechten: stof, roet etc.
Die onderkoelde toestand blijft tot ongeveer -10ºC.
Je hebt dus feitelijk te maken met vloeibaar ijs.

Op dit punt moeten we het even hebben over dampspanning:
Dampdruk (ook wel dampspanning) is de druk die de damp van een stof op de wanden van een gesloten ruimte uitoefent.
Bron: Wikipedia
Deze dampspanning is van ijs lager dan van water.

Daardoor worden de deeltjes die van het onderkoelde water afkomen in één keer ijskristalletjes.
Dit heet verrijpen.

We kennen dit als de witte takken van een boom in de winter.
Maar je ziet het ook ontstaan in het vriesvak van de koelkast.

In de chemie wordt dit proces sublimeren genoemd: het overgaan van een gas naar vaste vorm.
En sublimatie van water vindt het beste plaats bij -13ºC aangezien het verschil in dampspanning dan het grootst is.

De ijskristalletjes zijn op hun beurt weer een mooi aangrijppunt voor nieuwe ijskristalletjes, waardoor de deeltjes relatief erg zwaar worden en snel naar beneden gaan vallen: Het Wegener-Bergeron proces.

Bron:YouTube, Bergeron Process, Bob Farell
Samenvattend: Waterdamp dat in één keer ijs wordt, samenklontert met andere ijskristalletjes en daardoor zo zwaar dat het naar beneden valt.


Dus de caolescentie zorgt voor stijgende waterdruppeltjes en het Wegener-Bergeron proces voor een dalende beweging.

Dit proces kan doorgaan tot wel -23ºC.
In de laag van - 10 tot -23º zit dus een mix van ijsdeeltjes en (onderkoelde) waterdeeltjes.
Tijdens het dalen "vangen" de ijskristalletjes nog meer onderkoelde waterdeeltjes op die een waterlaagje om het ijskristalletje vormen en daarna bevriezen. (IJzel).
Dit zijn hagelkorrels.
Is de stijging zo sterk dat de hagelkorrels weer mee omhoog gaan dan zet zich nog meer onderkoeld water af, waardoor de korrels heel groot kunnen worden.
Soms wel zo groot als ping-pong- of zelfs tennisballen.

Op een gegeven moment zijn ze zo zwaar dat ze naar de aarde vallen.
Onderweg smelten ze meestal, waardoor het als water neer komt.
Dit is de reden dat er tijdens zomerse buien zo vaak zoveel water valt in korte tijd: grote hagelstenen die na het smelten grote waterdruppels worden en dat in een grote hoeveelheid.
Soms zijn de korrels echter zo groot dat ze onderweg niet genoeg kunnen smelten om waterdruppels te worden en komen ze neer als hagel.

RAW Rare summer hail storm. Bron:RT, YouTube