De eerste landplanten (onder andere bijvoorbeeld mossen) verschenen ongeveer 500 miljoen jaar geleden. De planten veroverden het land en veranderen de kale vlakten in bloeiende gebieden (zie het plaatje hiernaast).
In dezelfde periode ontstonden de eerste gewervelde dieren, de vissen.
Vanuit de eerste vissen, zo'n 450 miljoen jaar geleden, ontstonden er landdieren. De eerste landdieren waren voornamelijk geleedpotigen (duizendpoten). Zij werden al snel gevolgd door gewervelden,
zoals amfibieën en reptielen. Ongeveer 251 miljoen jaar geleden begon de enorme bloeitijd van de reptielen. Vanuit de reptielen zijn er enorme dinosauriërs gegroeid, die soms wel een lengte van 25 meter bereikte. Tegelijkertijd met de sauriërs ontstonden de eerste zoogdieren en vogels.
Vele miljoenen jaren lang leefden de zoogdieren en vogels onopvallend naast de sauriërs. Maar 65 miljoen jaar geleden stierven de sauriërs in korte tijd uit (massa-extinctie).
De oorzaak hiervan was een rotsblok van ongeveer 10 kilometer doorsnede dat vanuit de ruimte insloeg op de aarde. Dat gaf een enorme explosie, gevolgd door uitgestrekte bosbranden. Hierna hebben enkele jaren lang zwarte wolken van stof en roet boven het aardoppervlak rondgehangen. Vermoedelijk hebben deze wolken zoveel zonlicht tegengehouden dat het op de hele aarde vrijwel donker werd en de temperatuur sterk daalde. De sauriërs hebben deze klimaatverandering niet overleefd, de zoogdieren en de vogels wel. Toen de zwarte wolken verdwenen, konden de zoogdieren en vogels goed tot ontwikkeling komen.
De eerste primitieve mensachtigen verschenen ongeveer 3 miljoen jaar geleden. De mensensoort die nu leeft (Homo sapiens), 150000 jaar geleden in Afrika ontstaan.