4. Multipele allelen (havo/vwo)

Er zijn eigenschappen waarvoor meer dan twee allelen (dominant of recessief) voor bestaan. Bijvoorbeeld de bloedgroepen. Bij bloedgroepen is de schrijfwijze IA (bloedgroep A) of IB (bloedgroep B) of i (bloedgroep O). Dus er zijn 3 allelen voor de eigenschap bloedgroep, waarbij IA en IB allebei dominant zijn en i recessief.

Iemand met IAIA of IAi heeft bloedgroep A.

Iemand met IBIB of IBi heeft bloedgroep B.

Iemand met IAIB heeft bloedgroep AB.

Iemand met ii heeft bloedgroep O.

Een man heeft bloedgroep AB en zijn vrouw heeft dezelfde bloedgroep. Welke bloedgroepen kunnen de kinderen krijgen?

P IAIB x IAIB

Geslachtscellen zijn voor beide mensen IA en IB

F1

           
           IA              IB

 

IA         IAIA       IAIB

 

IB              IAIB          IBIB

De nakomelingen hebben 50% kans op bloedgroep Ab, 25% kans op bloedgroep A en 25% kans op bloedgroep B.