Opdrachten les 2

Oefenopdrachten m/h/v

In de afbeelding is de ontwikkeling van varkensachtigen volgends de evolutietheorie weergeven.  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar aanleiding van de afbeelding worden twee uitspraken gedaan.  

  1. Welke is/zijn juist?  
    1. Het wild zwijn is meer verwant aan het hertzwijn dan aan het gewoon wrattenzwijn.  
    2. Cebochoerus is de voorouder van alle varkensachtigen.  
  2. Wat is de definitie van een soort?  
  3. Leg natuurlijke selectie uit in je eigen woorden.

  4. Als je guppies koopt, krijg je exsemplaren met allerlei verschillende kleuren. Wat zou je moeten doen om er verschillende soorten van te maken? Gebruik de begrippen fenotype (natuurlijke) selectie en soortvorming.