1. Natuurlijke selectie

Alle soorten organismen zijn ontstaan uit vroegere soorten, door het proces evolutie.
Wanneer een soort goed aangepast is aan zijn omgeving, treedt er een verschijnsel op die biologen natuurlijke selectie noemen. Deze theorie stelt dat sommige organismen uit een populatie beter aangepast zijn aan hun omgeving en dus meer kans hebben om te zorgen voor overlevende nakomelingen.

Een voorbeeld van natuurlijke selectie:
Lang geleden had de giraffe bij lange na niet zo’n lange nek als hij nu heeft, een verandering in de omgeving heeft dit veroorzaakt. In het gebied waar giraffen leefde, stonden lange bomen met veel bladeren aan de top van de boom. Giraffen met een langere nek konden deze bladeren wel bereiken, terwijl de giraffen met een kortere nek geen tot weinig bladeren kregen. Deze korte-nek giraffen kregen dus geen eten, waardoor zij langzaam uitsterven. Hierdoor kregen de giraffen met lange nek meer kans om zich voort te planten en hun aandeel in de populatie te vergroten. Dit noem je natuurlijke selectie.

De evolutie der giraffen


Over de loop van jaren werd er opgemerkt dat uiteindelijk de gehele populatie een lange nek had.

* Natuurlijke selectie wordt ook wel survival of the fittest/ het recht van de sterkste genoemd. Deze termen zijn echter gebaseerd op een "win" situatie. Dat geldt niet altijd! De luiaard bestaat in zijn pure, slome, slapende vorm simpelweg omdat hij kán bestaan in zijn omgeving. Het gaat dus niet altijd om strijd/sterkte/snelste etc.