Een individuele plant moet op een gegeven moment sterven, maar doordat planten zich kunnen ‘voortplanten’, zorgen ze ervoor dat de soort waartoe ze behoren wel kan blijven bestaan. Je kunt onderscheid maken tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. Veel planten kunnen zich op beide manieren voortplanten.
Bij ongeslachtelijke voortplanting kan een deel van de plant uitgroeien tot een nieuwe plant. De nakomelingen die op deze manier ontstaan, beschikken over hetzelfde erfelijke materiaal en daarmee over dezelfde eigenschappen als de ouderplant.
Bij de geslachtelijke voortplanting vindt er een versmelting plaats van een mannelijke geslachtscel met een vrouwelijke geslachtscel. Dit is vergelijkbaar met de geslachtelijke voortplanting van dieren en mensen. Om te kunnen versmelten, moeten de geslachtscellen eerst bij elkaar komen. Bij planten is dit gecompliceerder dan bij de meeste dieren, omdat planten zich niet kunnen verplaatsen om bij een partner te komen. Op deze manier kunnen erfelijk bepaalde eigenschappen van de ouderplanten op een nieuwe manier gecombineerd worden. Er ontstaat variatie binnen één soort, waardoor er een grotere kans is op nakomelingen die beter zijn aangepast aan veranderde omgevingsfactoren.
Opdracht 1:
Maak een samenvatting over ongeslachtelijke voorplanting. Gebruik hiervoor de bladzijdes 52 t/m 55 uit je boek.
Zorg dat de volgende woorden terugkomen in je samenvatting: Uitlopers – wortelstokken – stekken – scheuren – klonen.
Opdracht 2:
Begin pas aan deze opdracht nadat je het volgende onderdeel: "De bouw en functie van bloemen hebt gelezen".
Maak een samenvatting over geslachtelijke voortplanting. Gebruik hiervoor de bladzijdes 60 t/m 66. Vind je dit een lastig onderwerp? Bekijk dan eerst de onderstaande video’s deze geven je eerst een uitleg over dit onderwerp. Gebruik deze video’s ook bij het maken van je samenvatting als je dat handig vindt.
Zorg dat de volgende woorden terugkomen in je samenvatting:
Onderdeel bestuiving
Stuifmeel – helmknoppen – stempel – bestuiving – insectenbestuiving – windbestuiving – kleur – geur – stamper – nectar – voedselbron – wind – soortgenoot – hooikoorts – grassen – kruisbestuiving – bevruchting – specifieke aanpassingen voor zelfbestuiving.
Onderdeel bevruchting
Stuifmeelbuis – zaadbeginsels – mannelijke geslachtscel – vrouwelijke geslachtscel – versmelting – zaad – zaadhuid – vruchtbeginsel – vrucht – zaadlobben – kiembladen – reservevoedsel – ontkieming – kiemplantje.
Lever de twee samenvattingen in voor 21 januari bij aanvang van de les!
Bestuiving & bevruchting van planten https://www.youtube.com/watch?v=YQR2g8CL4cc