De zaadplanten

Net als paardenstaarten en varens hebben zaadplanten een uitgebreid wortelstelsel en vaatbundels die water en voedingsstoffen door de plant kunnen vervoeren. Vanwege deze vaatbundels kun je paardenstaarten, varens en zaadplanten ook indelen in de groep van de vaatplanten. De zaadplanten zijn het best aangepast aan een droog landleven. Kenmerken van de zaadplanten zijn:

Karakteristiek voor zaadplanten is dat ze zich kunnen voortplanten door middel van zaden, terwijl varens, paardenstaarten en mossen sporen vormen. Een zaad is groter dan een spore en bevat een embryonaal plantje met voedsel voor de kiemperiode. Tijdens de kiemperiode barst de zaadhuid open en ontwikkelt het embryonaal plantje zich tot een kiemplantje met wortel, stengel en bladeren.

De zaadplanten kun je indelen in twee subgroepen: de coniferen en de bloemplanten. De indeling is gebaseerd op de manier waarop de zaden gevormd worden.

Coniferen:

Bij coniferen denk je waarschijnlijk aan de struik in de tuin die ook in de wintergroen blijft. Maar er behoren nog veel meer plantensoorten tot de plantengroep van de coniferen. ‘Conifeer’ betekend letterlijk kegeldrager. Coniferen hebben geen bloemen en vruchten, maar hun zaden ontwikkelen zich op de houtige schubben van kegels. Coniferen noem je ook wel naaktzadigen omdat de zaden zich niet in een vrucht ontwikkelen, zoals bij de bedektzadige het geval is.

Verschillende coniferen

Bloemplanten:

Bloemplanten maken 80% van alle plantensoorten op aarde uit. Tot de groep van bloemplanten behoren:

Bloemplanten hebben bloemen die een centrale rol speken bij de voortplanting. Je ziet bij deze groep een grote variëteit aan strategieën om ervoor te zorgen dat stuifmeel bij een bloem van een andere soortgenoot terechtkomt. Dit zorgt voor een grote veelvormigheid binnen de groep van de bloemplanten. Na de bestuiving vindt de bevruchting plaats in het vruchtbeginsel van de bloem. Nu kan het zaad zich ontwikkelen in het vruchtbeginsel. Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht met daarin het rijpe zaad. Daarom noemt men bloemplanten ook wel bedektzadigen.

Verschillende bloemplanten

De opdrachten:

Hieronder vind je een bestand, als je dit bestand opent krijg je een Word document te zien. In dit Word document vind je een tabel, met behulp van deze tabel ga je de voorgaande theorie verwerken en samenvatten. Dit doe je door voor elk van de vijf hoofdgroepen aan te kruisen welke kenmekren zij wel (vakje groen maken) en niet (vakje rood maken) hebben. Lever je ingevulde tabel in door het te mailen naar: a.wassenaar2@fcroc.nl

Opdracht 1 Plantenrijk schema invullen

Klik op de onderstaande link, hierna opent zich een webpagina van Biologie voor jou.

Maar deze opdracht, waardoor je je kennis test!

Biologie voor jou: Indeling plantenrijk

Maak de onderstaande 10 vragen, ben je hiermee klaar ga dan naar het volgende onderdeel!