Het alfa ritme en lambda

Nu zullen we een paar hersenritmes nader bekijken. De ritmes worden gekenmerkt door een frequentie en een amplitude. In het EEG is de tijd tussen twee vertikale strepen vaak 1 seconde. In onderstaand voorbeeld is dat ook het geval.  

 

De cerebrale ritmes worden naar frequentie ingedeeld in groepen:

0.5 - 4 Hz (erg langzaam): delta activiteit
4-8 Hz (beetje langzaam): theta activiteit
8-13 Hz ("normaal", komen we straks op terug): alfa activiteit
13-35 Hz (snel): beta activiteit

35-70 Hz (erg snel): gamma activiteit

Deze indeling in frequentie van het ritme komt van pas bij het beoordelen of een EEG normaal is of niet.

 
In het EEG voorbeeld hierboven is er dus een stuk alfa activiteit te zien, want het was 10 Hz.
Op het EEG van een persoon in rust, met de ogen dicht, is alfa activiteit het normale patroon. Het is vaak het meest uitgesproken in de occipitale en parietale regio's en wordt daar ook ook wel het posterieur dominante ritme genoemd. Het is de 'stand-by' stand van de visuele cortex, en het alfa ritme verdwijnt bij het openen van de ogen (de visuele cortex is dan niet langer stand-by maar actief). Ook als iemand in slaap valt, verdwijnt het alfa ritme; de stand-by stand gaat over in de 'uit-stand'.  

 

Het feit dat het alfa ritme verdwijnt bij ogen openen heet reactiviteit. Een normaal EEG is reactief, dus als het alfa ritme doorgaat bij ogen openen is dit mogelijk een teken dat er iets niet goed is (verminderd reactief).

Het posterieur dominante ritme is bij de geboorte nog niet aanwezig, dan is het voornamelijk nog trager. In de loop van het eerste jaar ontwikkelt het ritme zich naar ongeveer 6 Hz, en op 3-jarige leeftijd heeft in de meeste gevallen het ritme de 8 Hz bereikt. Zo kun je het EEG ook gebruiken om de ontwikkeling van de hersenen te beoordelen.

 

Als iemand kijkt en dus de ogen open heeft, kun je dat in het EEG zien.

 

Bij iemand die kijkt kun je op de occipitale kanalen, O1 en O2, specifieke golfvormen zien: lambda golven. Het zijn driehoekjes, in de source en gemeenschappelijke refentie afleiding met de punt naar beneden. Bij volwassenen zijn ze meestal klein, bij kinderen kunnen ze veel groter zijn.

Hieronder een voorbeeld van de lambda golven. 

 

Ter verduidelijking zijn hieronder enkele lambda golven omcirkeld. Ze kunnen subtiel zijn.

 

En hier nog ingezoomd op O1 en O2: