Het hoofdbestanddeel van het EEG-scherm zijn de regels met de cerebrale activiteit.
Aan de linkerkant van het scherm wordt per lijn (ook wel 'kanaal' genoemd) weergegeven welke elektrode(n) hierop betrekking heeft(hebben). In het voorbeeld hieronder ingezoemd die linkerkant van het scherm:
Je ziet dat behalve de naam van de elektrode ook nog -AVG staat. Dat komt omdat de activiteit alleen maar als een potentiaalverschil tussen twee punten kan worden weergegeven. In bovenstaande voorbeeld is dat elke elektrode ten opzichte van het gemiddelde (average, AVG). Deze manier van EEG weergave heet: gemiddelde montage of -afleiding.
Je kunt ook het potentiaalverschil weergeven tussen twee afzonderlijke elektroden (bv O1 versus O2). Dat zal dan zo in de kantlijn staan: O1-O2. Als twee elektroden ten opzichte van elkaar worden weergegeven heet dat een bipolaire montage.
Ten slotte kan 1 elektrode ook worden weergegeven ten opzichte van het gemiddelde van een paar anderen, die vaak rondom deze elektrode zijn gelegen. Dit heet een source afleiding.
Dit resulteert in net wat andere signalen op het scherm, en dus kun je activiteit van het EEG op meerdere manieren bekijken. Als voorbeeld van de verschillen tussen de afleidingen zijn hieronder zijn drie afbeeldingen van hetzelfde stukje EEG te zien, maar met drie verschillende afleidingen.