Doezelen kun je op twee manieren in het EEG zien:
1. Het posterieur dominante ritme vertraagt en komt dan vaak in de theta band (frequentie range 4-8 Hz) terecht.
2. Er zijn langzame horizontale oogbewegingen in het EEG te zien.
In het EEG hierboven is de vertraging bij doezelen te zien. Bij de blauwe pijl is de frequentie van het ritme op O1 10 Hz. Er zijn hulpmiddelen om dit weer te geven, zoals het frequentie spectrum in het kader erboven. De piek bij 10 Hz in deze figuur betekent dat een groot deel van het signaal in het rode kader een frequentie heeft van 10 Hz. Bij de groene pijl zie je op het oog dat het ritme iets onregelmatiger wordt, en ook iets trager. Het frequentie spectrum toont dit ook: 6.3 Hz.
Horizontale oogbewegingen zijn in het EEG te zien op de kanalen F8 en F7, die ter hoogte van beide slapen worden geplaatst, niet ver van de ogen.
Als de ogen naar rechts gaan, gaat het signaal op kanaal F8 omlaag en tegelijkertijd op F7 omhoog. Als de ogen naar links gaan, gaat het signaal op kanaal F8 omhoog en op F7 omlaag. Dat komt omdat de retina elektrisch geladen zijn en bij beweging van deze lading dit te zien is op elektroden in de buurt. Doezelen wordt gekenmerkt door langzame horizontale oogbewegingen en dus signalen op elektroden F7 en F8 die langzaam van elkaar af en naar elkaar toe bewegen.
Er worden vaak ook elektroden geplaatst vlak naast de ogen, die nog beter de oogbewegingen registreren: EOG, ofwel elektro-oculogram. Deze elektroden zijn nuttig bij slaaponderzoek.