Zoals gezegd, is de notatie afkomstig van . In de zeventiende eeuw is de notatie ingevoerd door een van de ontdekkers van de differentiaalrekening: Gottfried Wilhelm Leibniz. en stellen (zeer) kleine toenamen voor van en . is het quotiënt van die kleine toenamen, het zogenaamde differentiequotiënt.
Leibniz sprak bij en over oneindig kleine toenames van en . Maar oneindig klein is strikt genomen en als en beide zijn, wat moet je dan met ?
Dat ontlokte bij tijdgenoten van Leibniz spottende kritiek als zou de nieuwe methode van de differentiaalrekening onzin zijn, onder anderen van de Nederlandse wiskundige Bernard Nieuwentijt (arts en burgemeester te Purmerend). noemt men wel een differentiaalquotiënt.
Voor ons is niets meer of minder dan een notatie voor de exacte helling van de grafiek, een notatie die doet denken aan de manier waarop je de helling benadert, namelijk met . Je spreekt uit als "dé-ij- dé-iks".