Een parametervoorstelling van een lijn

In het vervolg werken we in een rooster, met daarin een -as en -as. Elk punt in het vlak kan worden aangeven door een tweetal getallen (een getallenpaar). Het getekende punt in het rooster heeft eerste coördinaat en tweede coördinaat ; we noteren het als .
Een vector geven we ook met een getallenpaar, maar dan verticaal genoteerd. Zo geven we de getekende vector aan met . De getallen en noemen we de kentallen van de vector.

 

De plaatsvector van het punt is .