Het eerste onderdeel van de vorige opgave zou je als volgt aan kunnen pakken.
De zijde van een afgeknipte driehoek noem je bijvoorbeeld . Drie zijden van de zeshoek zijn dan ook
, de andere drie kun je in
uitdrukken.
De eis over de omtrekken geeft je een vergelijking in . Die los je op en je hebt de oplossing van het probleem.