Profielkeuzes van de groep

Het nut van een centrum- of spreidingsmaat is afhankelijk van de vorm van een frequentieverdeling. Als de scores redelijk bij elkaar liggen, wordt vaak voor het gemiddelde als centrummaat gekozen. Maar het gemiddelde en ook de spreidingsbreedte zijn gevoelig voor uitschieters en (lange) staarten. In zulke gevallen kun je beter de mediaan en kwartielafstand kiezen om je frequentieverdeling mee te typeren. De modus - een centrummaat die eenvoudig te berekenen is - geeft over het algemeen een goed beeld van het centrum bij symmetrische en meertoppige verdelingen. Echter, als bij een meertoppige verdeling de hoogste top - de modus dus - in de staart zit, dan is de modus weer geen zinvolle centrummaat om de frequentieverdeling mee te typeren.

In onderstaand overzicht vind je de voor- en nadelen van de in dit hoofdstuk behandelde centrum- en spreidingsmaten.

centrummaten

voordelen

nadelen

modus

  • eenvoudig te berekenen

  • geeft vaak bij symmetrische en meertoppige verdelingen een goede karakterisering

  • klassenindeling is van invloed

  • erg onstabiel

  • niet altijd aanwezig

mediaan

  • vrij eenvoudig te berekenen

  • weinig gevoelig voor extreme scores

  • slechts gebaseerd op volgorde, niet op de grootte van de onderlinge verschillen

gemiddelde

  • meest gebruikte centrummaat

  • alle scores worden gebruikt

  • minder eenvoudig te berekenen

  • vrij gevoelig voor extreme scores

spreidingsmaten

voordelen

nadelen

spreidingsbreedte

  • zeer eenvoudig te berekenen

  • slechts twee waarnemingen worden gebruikt

  • erg gevoelig voor uitschieters

  • neemt in het algemeen toe bij een groter aantal scores

kwartielafstand

  • vrij eenvoudig te berekenen

  • weinig gevoelig voor extreme scores

  • slechts gebaseerd op volgorde, niet op de grootte van de onderlinge verschillen