In de praktijk bereken je de standaardafwijking (evenals het gemiddelde) met de Grafische Rekenmachine of met een computerprogramma. Het (laten) berekenen van gemiddelde en standaardafwijking is dus niet echt een probleem. Belangrijker is dat je een juiste voorstelling hebt van het begrip spreiding. Bekijk daarom eens het histogram van de huiswerkinspanningen van de hele A/C-groep.
Het gemiddelde is met een pijltje aangegeven en de standaarddeviatie
is met pijlen langs de urenschaal afgepast, vanaf het gemiddelde. Eén pijl is één standaardafwijking naar links of naar rechts, twee pijlen zijn twee standaardafwijkingen naar links of naar rechts. In dit geval reiken de pijlen tot
, tot
, tot
en tot
Voor veel verdelingen gelden de volgende vuistregels:
Tussen het gemiddelde-min-sd en het gemiddelde-plus-sd ligt ongeveer van de gehele verdeling.
Tussen het gemiddelde-min-2-keer-sd en het gemiddelde-plus-2-keer-sd ligt ongeveer van de gehele verdeling.
Hoe nauwkeurig die en die
kloppen hangt erg af van de verdeling zelf. Komen in het midden (dicht bij het gemiddelde) veel scores voor en neemt hun aantal af naar de uiteinden, dan kloppen deze percentages heel aardig.