
|
Opmerking:
De begrippen staafdiagram en histogram lijken veel op elkaar. Omdat het gemiddelde cijfer in principe
alle waarden kan aannemen tussen 1 en 10, heb je hier te maken met een continue variabele. In de
praktijk gebruik je een histogram alleen bij continue variabelen. In alle andere gevallen maak je een
staafdiagram met losse staven; de variabele neemt dan alleen losse waarden aan, zoals 7,5 ; 7,6 ; 7,7 ; enzovoort.
“Histogram” is afgeleid uit het Grieks: histos = balk, graphein = schrijven.
Tip
Afhankelijk van de situatie zorg je ervoor dat er niet teveel (minder dan 10) en niet te weinig (ten minste 5)
klassen zijn.
|