Je gaat in deze paragraaf leren hoe je verschillen tussen groepen kunt aanduiden.
Hiervoor leer je eerst wat een datamatrix is, hoe je gegevens daaruit afleest en wat deze gegevens uiteindelijk zeggen over verschillende kenmerken.
Daarnaast leer je over kruistabellen, waarin je twee variabelen kunt combineren om meer te weten te komen over groepen.
Tot slot leer je rekenen met percentages: je leert horizontaal- en verticaal percenteren en je leert het verschil tussen frequenties en relatieve frequenties.