![]() figuur 1 |
![]() figuur 2 |
Een voorwerp beweegt. De afgelegde weg is een functie van de tijd
. Neem voor het gemak maar even aan dat
in meters en
in seconden is gegeven. We willen de snelheid van het voorwerp op een zeker moment bepalen.
Als de grafiek van een rechte lijn is, zoals in figuur 1, dan is dat niet zo moeilijk: de snelheid is dan de richtingscoëfficiënt oftewel de helling van die lijn. Een snelheid van
m/s betekent dat de afgelegde afstand
keer zo snel toeneemt als de tijd. (In
seconden wordt
meter afgelegd.)
Als de grafiek gebogen is, zoals in figuur 2, is het veel moeilijker: de snelheid verandert dan steeds. In de grafiek kun je de snelheid op bijvoorbeeld bepalen door in het punt bij
de helling van de raaklijn te meten.
Dat de snelheid op bijvoorbeeld
is, betekent dat op dat moment de afstand
keer zo snel toeneemt als de tijd.
Plaats, tijd en snelheid zijn begrippen uit de natuurkunde.
In de wiskunde werken we meestal met functies zonder fysische betekenis. We willen het begrip (gemiddelde) snelheid ook op dit soort functies overdragen en spreken over de (gemiddelde) groeisnelheid van een functie.