Jij, als mens, hebt 46 chromosomen in de celkern van elke cel in je lichaam. 23 van deze 46 chromosomen zijn afkomstig van je moeder, de andere 23 van je vader. Tijdens de bevruchting zijn deze chromosomen bij elkaar gekomen.
De chromosomen van je moeder en de chromosomen van je vader vormen paren. Je hebt dus in de celkern van elke cel in je lichaam 23 chromosomenparen. Chromosomen die een chromosomenpaar vormen, hebben dezelfde lengte.
Eigenlijk heb je aan 23 chromosomen van één ouder al genoeg. Deze 23 chromosomen bevatten namelijk ALLE informatie voor je 'zichtbare' eigenschappen. Met de 23 chromosomen van de andere ouder erbij heb je alle informatie dus DUBBEL.