Het fenotype van een organisme bestaat uit alle "zichtbare" eigenschappen van dat organisme.
Zichtbaar staat tussen dubbele aanhalingstekens, omdat niet alle fenotypische kenmerken daadwerkelijk van met het oog te zien zijn.
'Bloedgroep' is bijvoorbeeld ook een fenotypisch kenmerk, maar als je naar iemand kijkt, zie je niet meteen welke bloedgroep die persoon heeft.
Het fenotype wordt bepaald door het genotype en het milieu.
Invloeden vanuit het uitwendig milieu zijn bijvoorbeeld: UV-straling (die je huid bruin of rood kleurt), vuur (wat brandwonden en later littekens kan veroorzaken), kleurstoffen in haarverf, spray tan, foundation, gekleurde lenzen, enzovoorts.
Invloeden vanuit het inwendig milieu zijn bijvoorbeeld: histaminen (die zwellingen kunnen veroorzaken bij allergieën), ziektes (die roodheid, vlekken, verkleuring kunnen veroorzaken), gifstoffen, hormonen, enzovoorts.