Een signaalwoord geeft aan dat er een verband is tussen twee tekstelementen (alinea's, zinnen of deelzinnen) en tegelijkertijd laat het zien om wat voor soort signaalwoord het gaat.
De meest voorkomende signaalwoorden:
Opsomming: en, of, en/of, bovendien, ook, verder, eveneens, ten eerste (ten tweede etc.), daarnaast, evenals, tevens, gevolgd door, ten slotte, hierna, vervolgens, nog, sommige, ...;
Tegenstelling: maar, echter, hoewel, ofschoon, toch, daarentegen, anderzijds, in tegenstelling tot, desondanks, desalniettemin, niettegenstaande, desniettegenstaande, staat tegenover, sommige, ...;