Stap 3: De buitenlandse markt

Vrijemarktpolitiek en exportvalorisatie

Exportvalorisatie met vleugels: dit in Brazilië gebouwde vliegtuig is eigendom van de luchtvaartmaatschappij American Airlines


Na het fiasco van het beleid van importsubstitutie en in ruil voor hulp van het IMF en de Wereldbank werd de economie in onder meer Argentinië en Brazilië geliberaliseerd: de vrije markt kreeg meer ruimte. Buitenlandse producten kregen gemakkelijker toegang op de binnenlandse markt en buitenlandse bedrijven werden aangemoedigd om te investeren.

Ook werd er meer werk gemaakt van exportvalorisatie. Hiervan is sprake als grondstoffen niet langer onbewerkt worden uitgevoerd, maar in eigen land worden verwerkt tot halffabricaten (staal bijvoorbeeld i.p.v. ijzererts) of eindproducten (auto’s bijvoorbeeld i.p.v. staal).
De prijzen voor halffabricaten en eindproducten zijn uiteraard een stuk hoger dan die van de grondstoffen die in de producten zijn verwerkt.
Die meerwaarde van onder meer de toegevoegde arbeid, levert niet alleen meer banen op, maar maakt ook de export waardevoller, levert deviezen op en vergroot de welvaart.

Mijnbouw

Dit beleid leidde ertoe dat in bijvoorbeeld Brazilië en Chili de welvaart steeg en het BBP aanzienlijk toenam. Landen die het economisch goed doen, zijn nog aantrekkelijker voor multinationale ondernemingen op zoek naar uitbreiding van hun markten. Het gaat om producenten van consumentengoederen, ICT-bedrijven, banken, verzekeraars, luchtvaartmaatschappijen, producenten van chemicaliën, mijnbouwbedrijven, olie- en gasbedrijven en landbouwbedrijven die grote stukken land gebruiken om diverse gewassen te telen.

Multinationale bedrijven die een deel van hun productie in Zuid-Amerika onderbrengen, werven hiervoor personeel onder de plaatselijke bevolking. Daarmee zorgen ze voor werkgelegenheid en voor meer inkomsten uit werk.

In steeds grotere mate doen ook Chinese bedrijven zaken in Zuid-Amerikaanse landen. Deze bedrijven leggen infrastructuur aan of breiden die uit in ruil voor het recht er grondstoffen op te kopen. Daarbij laten ze echter eigen personeel uit China overkomen. Ze werven nauwelijks of helemaal geen werknemers onder de plaatselijke bevolking. Zodra de bedrijven klaar zijn met hun werk, gaan hun Chinese werknemers weer weg. Veel extra werkgelegenheid in de landen zelf leveren deze activiteiten niet op, niet rechtstreeks. Een betere infrastructuur kan wel gevolgen hebben voor economische ontwikkeling.

Lees het volgende artikel over een recent voorbeeld van een Chinees bedrijf dat zaken doet in een Zuid-Amerikaans land.

China en de langzame verovering van Zuid-Amerika

In het Zuid-Amerikaanse Bolivia is een waterkrachtcentrale in gebruik genomen. De centrale werd gebouwd door het Chinese staatsbedrijf Sinohydro dat zich specialiseert in de bouw van waterkrachtcentrales. Het project is een van de vele regionale projecten waarbij de Chinezen betrokken is.

China wil van Bolivia het energetisch hart van Zuid-Amerika maken, zei de Chinese ambassadeur in aanwezigheid van de Boliviaanse president Evo Morales. China heeft alvast grote plannen voor Bolivia, ondanks dat het land het armste van het Zuid-Amerikaanse continent is. Bolivia zit ook op ’s werelds grootste reserves aan lithium. Dat is een basiselement voor de batterijen van elektrische wagens. Niet minder dan de helft van de wereldreserves van deze delfstof bevinden zich in Bolivia, wat het land de naam van ‘het Saoedi-Arabië van het Lithium’ heeft opgeleverd.
China is nu al de grootste markt voor elektrische wagens wereldwijd. Het land heeft vorig jaar bijna 1 op 2 elektrische wagens geproduceerd die in de wereld werden gemaakt. Dat blijkt uit cijfers van het Internationale Energie Agentschap (IEA).
Het gaat om een doelbewuste en geconcentreerde inspanning. Die wordt door de centrale regering geleid en op provinciaal niveau gesteund.

Argentinië, Brazilië, Chili en Peru

Onder president Xi Jinping bouwt het land zijn invloed in Zuid-Amerika stilaan maar zeker uit. Zo bouwen de Chinezen ook wegen in Argentinië en maken ze treinen voor de Argentijnse spoorwegmaatschappij.

China is ondertussen de belangrijkste handelspartner van drie van de grootste Zuid-Amerikaanse economieën: Brazilië, Chili en Peru. Die landen exporteren veelal grondstoffen naar China. Het gaat dan om koper, ijzererts, olie en sojabonen. China geeft deze landen ook ongeveer ongelimiteerd krediet voor het invoeren van Chinese goederen.

Bron: Business AM powered by Newsweek.