De resultaten van een leerling op een test hangen af van: kennis, motivatie en intelligentie. Aan de andere kant hangen deze resultaten af van het onderwerp, de specifieke testopdrachten en vraagstelling.
Er zijn drie testkenmerken onderzocht, maar bij geen van deze drie kwam een significant effect naar voren. De studentkenmerken zijn, wegens een gebrek aan gegevens, niet onderzocht. Wat betreft de leraarkenmerken kan geconcludeerd worden dat er een verschil is tussen uninformed beoordelingen en informed beoordelingen.
Tot slot blijkt ook dat de beoordelingskenmerken invloed hebben. Hoe meer er sprake is van congruentie (tussen de beoordeling door de test en de beoordeling van de leraar) hoe meer kans er op correlatie is.
Omdat veel van de gegevens niet daadwerkelijk onderzocht zijn of omdat er te weinig bewijs was, is het model zeer speculatief
