De reis die je eten aflegd door je lichaam begint wanneer je het in je mond stopt. In je mond zitten je tanden en je tong. Door te kauwen zorg je ervoor dat het voedsel fijn wordt gemalen, ook vermeng je tijdens het kauwen het voedsel met speeksel. In je speeksel zitten enzymen. Deze enzymen zorgen ervoor dat ons lichaam het voedsel beter kan verteren. Dit is dus al de eerste stap van de reis van de spijsvertering. Als het voedsel fijn genoeg is, kun je het doorslikken.
Tijdens het kauwen gebruik je niet alleen je tanden maar ook je tong. Je tong zorgt ervoor dat je het voedsel kan verplaatsen, helpt je bij het doorslikken en zorgt ervoor dat we weten hoe iets smaakt en wat voor structuur ons eten heeft. Ook heb je je tong nodig om te kunnen praten.
Op bovenstaand plaatje zie je hoe de mond er vanbinnen uitziet. In de mond zitten speekselklieren, die hebben de volgende functies:
Ook het gebit speelt een hele belangrijke rol bij de spijsvertering. Het gebit hebben we nodig om te kunnen kauwen. Om onze tanden en kiezen zit glazuur, dit kan worden aangetas door zuren uit eten en drinken, maar ook door maagzuur. Daarom is het belangrijk om goed voor je gebit te zorgen.
Vanuit je mond gaat het voedsel verder via je keelholte naar je slokdarm.
De slokdarm is een gespierde bui van ongeveer 25 cm lang. In de slokdarm zitten veel slijmklieren, daardoor blijft voedsel niet kleven en kan het er gemakkelijk doorheen glijden. De spieren in de slokdarm trekken steeds samen en ontspannen daarna weer, daardoor zakt het eten naar benden.
In deze video is te zien hoe dat werkt:
Mahieu, E. (2019, 12-05). peristaltische bewegingen slokdarm. Geraadpleegd op: 10-01-2020. Via: https://www.youtube.com/watch?v=-7TMLp-41zg https://www.youtube.com/watch?v=-7TMLp-41zg