Stap 3: Wat gebeurt er daarna?

Democratische transitie en daarna

Poch werd vrijgesproken, de feiten waarvoor hij werd aangeklaagd zijn wel een schrijnend voorbeeld van de omgang met opposanten door dictators in Zuid-Amerika. Ze werden gemarteld, zonder vorm van proces gevangen gezet of om het leven gebracht. Het leidde tot wereldwijde aandacht en protesten.

In de loop van de jaren 80 vond in Zuid-Amerika een golf van democratisering plaats, waarbij de ene na de andere dictatuur plaatsmaakte voor een democratische staatsvorm. Dat gebeurde bijvoorbeeld in Argentinië in 1983, in Brazilië in 1985, in Suriname in 1988 en in Chili in 1990. De dictatuur in Chili was de laatste in Zuid-Amerika die het veld ruimde. Deze gang van zaken wordt dan ook de democratische transitie genoemd.

Deze democratische transitie werd gedragen door een actief sociaal engagement onder burgers die meer inspraak wilden hebben bij het bestuur van hun stad of streek of van hun land en die daarom samen actie ondernamen of beter, deelnamen aan bevolkingsparticipatie, participación popular. Bevolkingsparticipatie houdt deelname in van burgers aan politieke besluitvorming op lokaal niveau.

Bekijk de video: van 2:58 min."Nu Zuid-Amerika in een fase van democratisering.." tot 4:00 min. "Ze kijken allemaal vanuit hun eigen cultuur..."

Ook tijdens en na de democratische transitie is er sprake van bevolkingsparticipatie. Burgers in Bolivia en Ecuador ijveren gezamenlijk voor de emancipatie van inheemse volkeren. Burgers in Venezuela streven naar emancipatie van afstammelingen van slaven in het land. In Brazilië werd in 1984 een beweging opgericht die in het hele land actief werd en een eigen agenda had. Lees hierover de paragraaf ‘Ontstaansgeschiedenis’ van het artikel ‘Beweging landloze boeren MST Brazilië bestaat 30’.

Lula da Silva

Corruptie en inkomensverschillen

De democratische regeringen in Zuid-Amerika hebben nog steeds te kampen met twee problemen.
Het eerste is de corruptie en andere vormen van slecht bestuur. In Brazilië bijvoorbeeld zijn ex-president Michel Temer en diens voorganger Dilma Rousseff wegens corruptie aangeklaagd en zit ex-president Lula da Silva daarvoor een straf uit. Hij wordt op 7 november 2019 vervroegd vrijgelaten.
Het andere probleem: de grote inkomens- en sociale verschillen in de betrokken landen.

De regering van Brazilië voerde beleid vergelijkbaar met de periode tot 1960, toen de industrialisatie werd gestimuleerd (zie Stap 2). Het beleid was gericht op vergroten en beter verdelen van de welvaart. De overheid behield daarmee een grote rol in de economie.

In Chili en Colombia was het beleid gericht op een kleinere overheid en een kleinere rol van die overheid in de economie. De vrije markt zou het best zijn toegerust om verdelingsvraagstukken en andere economische problemen op te lossen.

De regeringen van Bolivia, Ecuador en Venezuela kozen voor een compleet andere aanpak: de staat krijgt er een grote rol in de economie en voert omvangrijke programma’s uit om de armoede onder grote groepen van de bevolking te bestrijden. Die programma’s worden bekostigd met opbrengsten uit export. Venezuela heeft lange tijd veel geld verdiend met aardolie en Bolivia met aardgas. Inmiddels is dat beleid door tegenvallende inkomsten sterk onder druk komen te staan.

Juist in deze landen staat het democratisch bestel onder druk door het optreden van de regeringen, het meest in Venezuela. Kijk naar de video.