Niet alleen de breedtegraad bepaalt de temperatuur in Europa, ook de zee en de wind spelen een rol. In figuur 1 zie je de rode pijlen. Als je in de legenda kijkt, dan zie je dat dit golfstromen zijn. Dit zijn warme golfstromen die zijn opgewarmd in de tropen, dus tussen de 23,5 graden N.B en 23,5 graden Z.B.
Bij Portugal zie je een blauwe pijl. Deze zeestroom is koud. Dit komt niet omdat hij niet uit het gebied van de evenaar komt, maar omdat deze zeestroom de onderstroom is. Deze ligt dieper in de oceaan en is daardoor kouder.
Oftewel de rode zeestromen zijn warme oppervlakte stromen en de blauwe zeestromen zijn koude onderstromen.
De temperatuur heeft ook te maken met een aanlandige of aflandige wind. Een aanlandige wind is wind die vanuit de zee op het land staat. Terwijl een aflandige wind juist vanuit het land richting de zee waait.
In de video wordt het verschil tussen aanlandige en aflandige wind uitgelegd. Maak aantekeningen in je schrift, deze kun je namelijk gebruiken voor de toets.
Maak na het bekijken van de video de vragen bij deze video.
Tenslotte:
Hoe verder je landinwaarts gaat, hoe minder invloed de zeestroom heeft.