Je weet vast al wel dat op sommige bergen sneeuw ligt die niet verdwijnt. Dit klopt, de temperatuur is daar zo koud dat er eeuwige sneeuw ligt. Bergen zorgen ook op een andere manier voor neerslag en temperatuurverschillen. Wil jij ontdekken wat?
In de atlas ben je vast al wel kaarten tegen gekomen waarbij je goed de bergen kan zien. Bij veel bergen kun je ook de hoogte aflezen. Dit zie je dan staan met een + en een getal. Voor de Mont Blanc, de hoogte berg van Europa, betekent dat +4.808 meter hoog.
Bergen zijn groot en massaal, en niets natuurlijks kan er doorheen. Ook de wind kan er niet doorheen. Als er in Scandinavië in de winter een westenwind waait betekent dit dat het aan de zeekant relatief warm is, maar deze warme wind kan niet de berg over, daarom is het aan de andere kant van de berg erg koud. De berg dient dan als klimaatscheiding.
Als er in de winter een oostenwind waait, dan blijft de koude lucht ook aan de kant waar de zee niet is. In de winter is het dus altijd aan de landkant van de berg kouder dan aan de zeekant. Kijk maar eens naar de plaatsen Stensele en Trondheim. Het verschil is in de winter gemiddeld 12 graden.
In de zomer is het tegenovergestelde aan de hand. De koelere aanlandige zeewind bereikt niet de andere kant van de berg. Aan die kant, dus de landkant van berg is het dus warmer. Als je weer naar Stensele en Trondheim kijt, dan zie je een verschil van 1 graden Celsius.
Reliëf, bergen dus, zorgt ook nog voor een ander natuurfenomeen, namelijk: REGEN. Dit werkt in de volgende stappen:
1. Lucht wordt omhoog geduwd bij de berg.
2. Lucht stijgt en koelt daardoor af.
3. In koude lucht kan minder waterdamp zitten, dus condenseert waterdamp in water.
4. Wanneer er genoeg waterdruppels zijn vormt er een wolk.
5. Wanneer de wolk te zwaar is, valt er regen uit.
Deze regen valt valt dan altijd aan de loefzijde van de berg. Aan de lijzijde is de lucht droog. In de afbeelding hieronder kun je hier een mooie tekening van zien. Je ziet dat de lucht opstijgt bij de loefzijde, aan de kant van het water, waarna het condenseerd, zwaarder wordt en valt. Vervolgens wil de gekoelde droge lucht dalen.
op verschillende plekken op aarde kun je de gevolgen van deze soort regen goed zien. In India bijvoorbeeld. De Himalaya dwingt de vochtige aanlandige wind omhoog. Zodra deze condenseert vormt zich een wolk die door zwaarte weer uitregent aan de kant van India en Bangladesh. In deze landen hebben ze dan ook moessons (regenseizoenen). Aan de andere kant van de Himalaya in China is het juist erg droog.
Ook in de VS kun je hier een mooi voorbeeld van vinden. In de twee afbeeldingen hieronder zie je het relief en de neerslag van Californië, Verenigde Staten.
Het reliëf laat zien dat de Sierra Nevada een gebergte keten is van meer dan 3.000 meter hoog. Een hooggebergte dus.
De neerslag laat zien dat er achter de Sierra Nevada minder dan 250 milimeter neerslag valt, terwijl het in de Sierra Nevada en in de buurt van San Francisco juist wel heel veel regen valt.