De werkbegeleider heeft tijd om de student te begeleiden. Elke week zijn er voldoende momenten om samen te werken.
Er is regelmatig een evaluatiemoment over de dagelijkse werkzaamheden. De werkbegeleider heeft gelegenheid om direct feedback te geven.
In het begin van de BPV is er minstens een keer per week een vast moment voor een begeleidingsgesprek. Later in de BPV kan dit eens per twee weken worden gedaan.
De werkbegeleider stuurt aan op een professionele beroepshouding passende bij de waarden en normen van de BPV-instelling.
De werkbegeleider beoordeelt de voortgang van de stage.