Verbanden en functies is een heel breed onderwerp. Daarom heb je een goede basis aan voorkennis nodig om dit hoofdstuk grondig te kunnen verwerken. Samengevat staan hieronder de hoofdthema's met de leerdoelen die je moet beheersen aan de start van dit hoofdstuk.
Stelsels oplossen: de oplossing van een stelsel vergelijkingen kan meetkundig geïnterpreteerd worden als het snijpunt van 2 of meerdere figuren zoals een lijnen en een parabool.
Leerdoelen:
Je kan een stelsel van twee lineaire formules oplossen door 'te elimineren door aftrekken en optellen'.
Je kan een stelsel van twee lineaire formules oplossen door 'te elimineren door substitutie'.
Kwadratische formules: de grafiek van een tweedegraadsfunctie is een parabool. Een parabool kan je voorstellen met verschillende formules die allemaal zijn meetkundige meerwaarde bieden.
Leerdoelen:
Je kan de nulpunten van een parabool algebraisch berekenen.
Je kan de formule van een parabool opstellen als de top en een ander punt gegeven zijn.
Je kan de formule van een parabool opstellen als de snijpunten met de x-as en een ander punt gegeven zijn.
Je kan uit de formule y = ax² + bx + c de coördinaten van de top en het snijpunt met de y-as berekenen.
Je kan uit de formule y = a(x - d)(x - e) de coördinaten van de snijpunten met de x-as en de coördinaten van de top berekenen.
Je kan uit de formule y = a(x - p)² + q de coördinaten van de top berekenen.
De afgeleide functie: de afgeleide van een functie in een punt geeft je de richtingscoëfficient van de raaklijn door dat punt. In de natuurkunde is een interessant verband tussen een functie en zijn afgeleide bijvoorbeeld de afstand- en snelheidsfunctie.
Leerdoelen:
Je kan de volgende regels voor het berekenen van de afgeleide toepassen.
Je kan algebraïsch de extreme waarden van een functie berekenen.
Je kan algebraïsch aantonen of een functie een extreme waarde heeft voor x = a.