Stap 3: Lokalisering

Voorbeeld van maakindustrie in
Nederland, maar dan een productie
met behulp van robots.

Fabrieksproductie keert terug

Multinationale ondernemingen brengen soms hun productie terug naar een land in de Triade of zelfs naar het land waar ze hun hoofdkantoor hebben, in de VS en in Nederland bijvoorbeeld. Dat heet lokalisering. Ze doen het omdat ze door het invoeren van robots en informatietechnologie hun producten met steeds minder arbeidskrachten zelf kunnen maken.

In plaats van met talloze laaggeschoolde werknemers kunnen ondernemers hun producten, auto’s, witgoed en computers bijvoorbeeld met een klein aantal hoogopgeleide werknemers zelf maken. De nieuwste ontwikkeling is dat steeds meer producten uit een 3D-printer komen.

Niet alleen multinationale maar ook kleine ondernemingen hebben ook andere redenen om hun productie terug te halen naar een land in de Triade, of zelfs naar hun eigen land dat in de Triade ligt.

Lees het artikel.

Bedrijven halen werk terug naar eigen land

Ontevredenheid over de kwaliteit is een belangrijk motief om de productie uit lagelonenlanden terug te halen naar ons kikkerlandje. TNS Nipo berekende dat 1 op de 10 mkb'ers al tot reshoring besloten zou hebben, en dat 1 op de 20 het overweegt.

De Kamer van Koophandel doet hier nog een schepje boven op en stelt dat onder bedrijven met minder dan vijftig werknemers al 14 procent een terugkeer overweegt. Bij grote bedrijven is dit 24 procent.

Hoogleraar Arbeidsmarkt Ton Wilthagen (Tilburg University) waagt zich niet aan percentages, maar ziet wel dat reshoring meer is dan een vaag begrip. "Geluiden wijzen wel op een toenemende belangstelling."

Bescheiden schaal
Ook MKB Nederland vindt het lastig om een oordeel te vellen. "Maar afgaande op een aantal enquêtes kun je zeggen dat het op bescheiden schaal voorkomt. Maar het is niet eenvoudig in beeld te brengen", zegt woordvoerder Thomas Grosfeld.

Een verklaring voor het terughalen van productie durft Grosfeld wel te geven. "Nederland heeft lang vastgehouden aan het idee dat we ons geld verdienen met dienstverlening, maar mede door de crisis werd duidelijk dat ons verdienvermogen voor belangrijke mate in industrie zit. Het belang van industrie is daardoor steeds groter geworden, en door allerlei technologische ontwikkelingen zie je dat bedrijven nu wél productie in Nederland kunnen doen die eerder uitbesteed moest worden."

Kwaliteit
Het gebrek aan kwaliteit in sommige lagelonenlanden kan dan het beslissende zetje zijn voor reshoring, weet Wilthagen. "Sommige bedrijven worden daarop afgerekend. Als de kwaliteitstoets niet gehaald wordt, begint hun businessmodel te wankelen", zegt hij. Maar ook (hoge) transportkosten, politieke instabiliteit, (te grote) cultuurverschillen en het kunnen bieden van snellere service doen bedrijven op hun schreden terugkeren. "Daarnaast liggen de lonen in bijvoorbeeld China niet meer zo laag als voorheen."

Wilthagen stond zelf aan de wieg van The Reshoring Connection - een tool die aan de hand van allerlei criteria berekent of verplaatsing van productie naar het buitenland voor een bedrijf aantrekkelijk is of niet. Reshoring gebeurt bij grote en kleine bedrijven. "Airborne in Ypenburg is hierdoor weer concurrerend binnen de luchtvaartmarkt, maar ook voor bloempotproducent Capi uit Tilburg heeft reshoring goed uitgepakt."

Terugkeer
Hoewel zo'n terugkeer voor veel bedrijven positief uitpakt, zorgt het niet altijd voor meer banen. Wilthagen: "Bij het terughalen van productie verandert vaak de bedrijfsinrichting en wordt geïnvesteerd in technologie. Al zijn er ook succesverhalen zoals dat van Philips Drachten, dat een scheerapparatenlijn uit China terughaalde."

De hoogleraar verwacht dat deze ontwikkeling nog wel even door zal zetten. Hij wijst daarbij op uitspraken van VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer, die zich positief uitliet over de plannen van de Amerikaanse president Trump en de 'nieuwe politieke wind' om bedrijven in eigen land te houden.

Bron: Algemeen Dagblad, L. Rooijakkers, 2017.