Communicatie 11

Communicatie hoofdstuk 11

 

Problemen in de communicatie

Er is sprake van communicatieproblemen als de zender de boodschap niet goed kan overdragen aan de ontvanger. Effectieve communicatie kan mislukken door:

 

Problemen door verschil in referentiekader

Het taalgebruik van mensen geeft vaak al een aanwijzing met wie je te maken hebt. Heel makkelijk beoordeel je de ander ook op grond van zijn taal- en woordgebruik. Je plaats die persoon in een hokje. Je communicatie wordt sterk beïnvloed door je referentiekader, het geheel van denkbeelden, overtuigingen, gewoonten, waarden en normen dat je in de loop van je leven opbouwt en van waaruit je de wereld om je heen interpreteert en beoordeelt. Je referentiekader wordt bepaald door de mensen met wie je omgaat.

Verschillen in referentiekader zijn nogal eens de oorzaak van communicatieproblemen, je begrijpt de ander niet omdat je totaal anders denkt, andere interesses hebt of ander werkt hebt.

 

Referentiekader en cultuurverschillen

Het verschil in referentiekader komt het sterkst naar voren in de communicatie tussen mensen uit andere cultuur, in de communicatie kunnen dan misverstanden ontstaan. Je zult iets van het land en de cultuur moeten weten om er iets van te begrijpen. Om inzicht te krijgen in verschillende gewoontes en gebruiken en daar goed mee om te gaan, in inlevingsvermogen en tolerantie nodig

 

Problemen bij de codering van de boodschap

Coderen is het omzetten van gegevens. Bij de codering van een boodschap kun je als zender verschillende fouten maken, waardoor de boodschap niet goed overkomt:

 

Problemen bij het begrijpen van de boodschap

Als ontvanger vang je de singalen  van de zender op. Je zet ze om in een betekenis. Dit proces noem je decoderen. Bij decoderen kan de ontvanger ook fouten maken

Hoe groter het verschil in referentiekader bij zender en ontvanger, hoe eerder je last hebt van communicatieproblemen

 

Problemen door communicatiestoornissen

Als je communiceert, kun je dankzij je zintuigen de boodschap opnemen. Met je ogen kun je signalen, gebaren en dergelijke waarnemen, met je oren kun je luisteren. Je hersenen spelen ook een rol en tot slot moeten je spraakorganen goed functioneren, je tong, stembanden, lippen en neusholte. Als iemand niet het vermogen heeft om adequaat informatie te geven en of te begrijpen, is er sprake van een communicatiestoornis.

 

Communicatieproblemen door ruis

Externe oorzaken kunnen ook de communicatie verstoren. Alle zaken die de communicatie van buitenaf verstoren, noem je externe ruis. Het gaat om achtergrondgeluiden, een krakende telefoonlijn, een druppelende kraan of een pukkel in iemands nek die afleidt.

 

Bij ruis gaat het niet alleen om invloeden die van buitenaf komen, er kunnen ook zaken bij de luisteraar spelen. Een andere vorm van ruis is vooroordelen hebben. Alle vormen van ruis die met de zender of de ontvanger zelf te maken hebben noem je interne ruis.

 

Effectieve communicatie

Effectief betekent doeltreffend. Zo bekennen is effectieve communicatie de communicatie waarbij de boodschap als bedoeld overkomt bij de ontvanger. Vaak ben je als zender vooral bezig met jezelf met het onder woorden brengen van wat je denkt en vindt.

Effectief communiceren vraagt van jou als verpleegkundige dat je:

 

Verbaal helder communiceren

Als verpleegkundige kun je helder maar ook troebel communiceren, als je troebel communiceert ben je onduidelijk in wat je zegt. Als je helder communiceert, communiceer je uitnodigend, je bent er niet op uit om gelijk te krijgen of om te winnen. Troebel communiceren roept ergernis bij de ander op. Ook is de kans dat je je doel bereikt klein.