Het ondernemingsplan ga je ook presenteren. Een goede presentatie geven vindt niet iedereen even makkelijk. Veel oefenen helpt hierbij, ook omvan mogelijke zenuwen af te komen. Hoe vaker je moet presenteren, des te makkelijker dat het gaat worden.
Je presentatie bestaat uit drie delen, namelijk:
De start: hierin ga je de groep en jezelf introduceren. Je vertelt wat het doel is van de presentatie, wat je gaat vertellen, hoe je het verhaal gaat opbouwen, hoeveel tijd je nodig hebt en wanneer er vragen gesteld kunnen worden.
De kern: in de kern geef je de meeste informatie. Belangrijk is dat het een duideliujk verhaal wordt voor je publiek en dat je ze enthousiasmeert en hun aandacht houdt.
Het slot: Het slotwoord van de presentatie zal het langst blijven hangen bij het publiek dus het is zaak om een passend en sterk slot te verzinnen. In een slot leg je in het kort uit wat je in deze presentatie behandeld hebt en sluit je af met een heldere boodschap. Vervolgens start je de vragenronde. Als alle vragen behandeld zijn bedank je het publiek voor hun aandacht.
Het meest gebruikelijke hulpmiddel om een presentatie te geven is Microsoft PowerPoint. Ook de uitstraling van je presentatie is van belang om een goede indruk achter te laten bij het publiek. Het moet er professioneel en netjes uitzien. Ook dien je niet teveel informatie op een dia te plaatsen. Het publiek moet de aandacht op jou gevestigd houden met de PowerPoint als verduidelijking.
Aandachtspunten:
Oefen de presentatie thuis voor de spiegel en let daarbij vooral op de houdig die je daarbij aanneemt en gezichtsuitdrukkingen en handgebaren.
Zorg ervoor dat je net gekleed bent.
Probeert niet alles van een blaadje af te lezen. Daarentegen mag je wel de kernpunten van je presentatie op een klein papiertje hebben.
Probeer oogcontact met het publiek te maken, dit zorgt voor betrokkenheid.
Je stem is bepalend of de boodschap goed wordt overgebracht. Duidelijk praten dus, met intonaties en een juiste volume.
Wat moet je zeker doen: actieve en open houding tonen en je handen gebruiken om je verhaal te ondersteunen,
Wat moet je zeker niet doen: handen in je zakken, handen over elkaar, aan kleding of haar friemelen, met het rug naar het publiek staan, voor de presentatie staan of kauwgom in je mond hebben.