Simpel gezegd is het alles wat een bedrijf doet om meer producten te verkopen of diensten te leveren.
Als een ondernemer een geweldig idee heeft, dan wil hij daar zo veel mogelijk geld mee verdienen. Om dit te bereiken is het goed om onderzoek te doen, doelen op te stellen en na te denken over de marketingmix. Deze informatie wordt verwerkt in het marketingplan.
Het marketingplan
Om een marketingplan op te stellen, moet je een aantal stappen doorlopen. Deze worden hieronder beschreven.
Stap 1: Omgevingsonderzoek
In deze eerste stap onderzoekt de ondernemer de interne (binnen) en externe (buiten) omgeving van het bedrijf. Bij een intern onderzoek kijkt hij naar de sterke- en zwakke punten van de onderneming. Hij neemt de ondernemingskwaliteiten mee uit het persoonlijk plan, maar hij kijkt ook naar het product en/of de dienst.
Stap 2: Het maken van een SWOT-analyse
De SWOT-analyse is een sterkte en zwakte analyse. Je gaat dan kijken met welke sterke punten (strenghts), zwakke punten (weaknesses), kansen (opportunities) en bedreigingen (threats) jouw onderneming te maken heeft. Deze leid je onder andere af uit je omgevingsonderzoek. De ondernemer maakt een helder overzicht van deze SWOT-analyse door de informatie te plaatsen in een vierkant, zoals in het voorbeeld hieronder:
De interne analyse heeft te maken met wat er in je bedrijf gebeurt. Invloeden van buitenaf, waar je vaak minder vat op hebt, noemen we de externe analyse. De startende ondernemer kan hiermee in één oogopslag zien wat de sterke en zwakke punten zijn, maar ook welke kansen en bedreigingen er om hem heen zijn. De ondenemer bedenkt natuurlijk meteen hoe de zwakke punten op te lossen zijn.
> Maak opdracht 21 in je werkboek.
Stap 3: Marketingdoelen opstellen
Jij als ondernemer hebt nu veel informatie die jij kan gebruiken om doelen te stellen. Marketingdoelen gaan over hoeveel geld je wilt verdienen (omzet), hoeveel producten je wilt verkopen (afzet), hoeveel winst je wilt behalen of bijvoorbeeld over hoeveel naamsbekendheid je wilt creëren.
Je kan doelen voor de korte termijn óf voor de lange termijn opstellen. Doelen op kort termijn zijn bijvoorbeeld: ik wil deze maand 50 x het product verkopen. Op lang termijn zou dit bijvoorbeeld kunnen zijn: ik wil over vier maanden het dubbele aantal van mijn product verkopen. Het is belangrijk dat je jouw doelen zo duidelijk mogelijk opschrijft. Zo weet iedereen binnen jouw bedrijf wat er bereikt moet worden. Als je zegt: "ik wil dat mijn klanten mijn product mooi vinden en thuis gaan gebruiken", dan is het niet duidelijk wanneer jouw doel behaald is. Ook is het niet duidelijk wat "mooi" is.
De doelen moet je dan ook SMART opschrijven. De afkorting SMART staat voor:
> Maak opdracht 22 in je werkboek.
> Maak opdracht 23 in je werkboek.
> Maak opdracht 24 in je werkboek.
> Maak opdracht 25 in je werkboek.
> Maak opdracht 26 in je werkboek.
> Maak opdracht 27 in je werkboek.
> Maak opdracht 28 in je werkboek.
> Maak opdracht 29 in je werkboek.
Klaar? Controleer of je opdracht 22 tot en met 29 hebt gemaakt in je werkboek.