De startende ondernemer weet nu veel over de markt, over zijn concurrenten en over zijn leveranciers. Hij kent de sterke punten de bedreigingen. Met behulp van de marketingmix bepaalt hij hoe hij de marketingdoelstellingen wilt behalen. De marketingmix wordt door bedrijven gebruikt om een strategie te bepalen om hun product te verkopen. Ze houden hierbij rekening met de markt, de doelgroep en de concurrentie. Wij gebruiken hiervoor de 4 P's (product, plaats, prijs en promotie). Soms wordt er ook gesproken over de 6 P's, dan wordt er ook rekening gehouden met de presentatie en het personeel. Deze P's noemen we ook wel marketinginstrumenten en zijn:
Product: Productstrategieën worden toegepast op basis van het product of dienst zelf, de kwaliteit, de garantie, de verpakking, de merknaam, de service etc.Verder wordt er ook gekeken naar het huidige aanbod (de bestaande producten). Zo is een productstrategie ook dat er een product, waar bijvoorbeeld weinig behoefte voor is, van de markt wordt gehaald. Het kan ook dat er een nieuw product geïntroduceerd wordt of dat er een bestaand product aangepast wordt. > Maak opdracht 30 in je werkboek.
Plaats: Aan wie ga je het verkopen én waar ga je het verkopen? Verkoop je het via internet, op de markt óf via een bestaande winkel? Belangrijk hierbij is om na te gaan wie jouw doelgroep is en waar jouw concurrenten zitten. > Maak opdracht 31 in je werkboek.
Prijs: Er kan voor omzet gezorgd worden door middel van een bepaalde prijsstrategie toe te passen. Je kunt bijvoorbeeld een zelfde prijs gebruiken die de concurrentie hanteert, of je kunt juist onder- of boven die prijs gaan zitten. Belangrijk hierbij is dat je een goede prijs-kwaliteitverhouding hebt, dat je weet hoeveel je doelgroep voor je product wilt betalen én de kostprijs. Met de kostprijs bedoelen we de prijs die het kost om het product te maken of de dienst te verlenen. > Maak opdracht 32 in je werkboek.
Promotie: Promotie is de manier waarop een ondernemer aandacht probeert te krijgen voor zijn product of bedrijf. We maken een onderscheid tussen promotiemiddelen en promotiekanalen. Promotiemiddelen zijn bijvoorbeeld folders, kortingsbonnen, de winkelinrichting en mondelinge promotie. Promotiekanalen kunnen het internet, de televisie, telefonish of mondeling zijn. > Maak opdracht 33 in je werkboek.
Bij het marktinginstrument prijs moet je soms ook de kostprijs berekenen. Maar hoe doe je dat dan? Stel dat je de volgende kosten hebt gemaakt om aardbeienjam te maken:
Glazen potjes: € 0,40 per stuk
Geleisuiker (1 kilo): € 1,60 (hier kun je vier potjes mee vullen)
Aarbeien (2 kilo): € 4,00 (hier kun je acht potjes mee vullen).
We gaan nu de prijs uitrekenen om één product te maken. Eén potje jam dus.
1 glazen pot = € 0,40
Geleisuiker € 1,60 / 4 = € 0,40 per pot
Aardbeien € 4,00 / 8 = € 0,50 per pot
Dat betekent dat we € 0,40 + € 0,40 + € 0,50 kwijt zijn om één pot jam te maken. Eén pot jam maken kost ons dus € 1,30. Als we de verkoopprijs van één pot jam op € 1,99 zetten, dan verdienen we (€ 1,99 - € 1,30 =) € 0,69 op één potje ham. We houden dan nog geen rekening met de BTW of andere bedrijfskosten.
Klaar? Controleer of je opdracht 30 tot en met 33 hebt gemaakt in je werkboek.