De Amerikaanse Stanford University zag het vlak na de Tweede Wereldoorlog als doel om zich in te spannen voor regionale economische ontwikkeling. De universiteit stimuleerde faculteitsleden en studenten om een bedrijf te beginnen. Zo ontmoetten Bill Hewlett en David Packard elkaar en daaruit ontstond uiteindelijk de computergigant HP.
De stad Stanford werd het centrum van het bekende Amerikaanse Silicon Valley, waar zich allerlei bedrijven met een wetenschappelijke of technologische inslag hebben gevestigd. Denk aan Apple, eBay, Facebook, Google, Microsoft, Netflix en Tesla.
Overal ter wereld probeerde men het succes van Silicon Valley na te bootsen. In tal van regio’s en met name in universiteitssteden ontstonden er Science Parks, zogenaamde ‘kennisintensieve’ bedrijventerreinen, waar bedrijven - voor kennisuitwisseling - een nauwe band onderhouden met een of meer universiteiten.
De eerste in Nederland was het Leiden Bio Science Park in 1984. De grootste, qua werkgelegenheid, is High Tech Campus in Eindhoven. Andere Nederlandse voorbeelden zijn:
Steden staan positief tegenover de komst en aanwezigheid van een wetenschapspark en stellen bedrijven goedkoper grond ter beschikking om zich te kunnen vestigen.