Relative pronouns (who, which, that, whose, whom)
Een relative pronoun (betrekkelijk voornaamwoord) gebruik je in een bijzin om terug te verwijzen naar iets of iemand in de hoofzin.
- Who: personen
- Which: dieren en dingen
- That: Heb je een bijzin die je niet weg kunt laten? Dan mag je 'who/which' vervangen door 'that'
- Whose: personen, dieren en dingen. Geeft bezit aan.
- Whom: personen. Wordt gebruikt na een voorzetsel zoals 'with, to, about, for, etc.)