Röntgenapparaat
Het röntgenapparaat zorgt voor afgifte van röntgenstraling.
Electronen botsen op een metaal en de energie die vrijkomt bestaat uit:
- 99,6% warmte
- 0,4% röntgenstraling
Straling wordt opgewekt in een vacuüm gezogen glazen buis.
Route van het ontstaan van röntgenstraling is:
- Electronen (negatief geladen) gaan van kathode (minpool) naar de anode (pluspool).
- Er wordt buisspanning opgewekt door het spanningsverschil tussen kathode en anode.
- Electronen bewegen met toenemende snelheid van kathode naar anode.
- Er ontstaat een electronenstroom, stroomsterkte noemen we buisstroom.
- Electronen botsen op de anode, dit is een wolfraam plaatje. Dit heet focus.
- In het röntgenapparaat wordt netspanning omgezet in 65kV (=65.000 V).
- De röntgenbuis is omgeven door een oliebad, zorgt voor afvoer van de warmte.
- Om het oliebad bevindt zich een loden mantel, deze houdt de straling tegen.
- Er zit een ronde opening in deze mantel = diafragma.
- Alleen hier kan de straling de buis verlaten.
- Om de bundel te richten wordt gebruik gemaakt van een conus.

Benoem de onderdelen van de tekening van de röntgenbuis.
Beantwoord de vraag en controleer daarna in het boek of je het juiste antwoord hebt gegeven.
a =
b =
c =
d =
e =
f =
g =