Leerdoel:
Het herkennen van de verschillende grootheden en weten welke eenheden hierbij horen.
Het omrekenen van de ene eenheid naar de ander.
Theorie A Lengte-eenheden:
Bij het meten van iets gebruik je een grootheid en een eenheid. Als we het hebben over een afstand of een lengte dan is dit de grootheid, de grootheid is dus het gene wat je meet. Op welke grootte je het meet is de eenheid, bij lengte is dat bijvoorbeeld in kilometers, kilometer is dan de eenheid.
Hieronder staan enkele eenheden die horen bij lengte van groot naar klein. Elke stap naar rechts is een vermenigvuldiging van 10 (1 m = 10 dm). Elke stap naar links is een deling van 10 (1 m = 0,1 dam). Als je twee stappen neemt wordt het een vermenigvuldiging of deling van 100, bij 3 stappen 1000 enzovoort.

Bovenstaande tabel is ook te gebruiken bij andere grootheden. Het is belangrijk om de afkortingen uit je hoofd te kennen omdat deze hetzelfde zijn. Voor lengte staat er m (meter) in het midden, voor inhoud l (liter) en voor gewicht g (gram). Deze grootheden volgen allemaal dezelfde stappen bij de eenheden zoals hierboven word aangegeven.