Om duidelijk te maken welk element bij welke verzameling hoort, maakt men gebruik van het teken ∈.
Voorbeeld:
Je hebt weer een verzameling pannen die bestaat uit de elementen: koekenpan, wokpan en soeppan.
Hierbij geldt: soeppan ∈ {pannen}. Hier staat dan dus de soeppan is een element van de verzameling pannen.
Met het teken ∉ duid je juist het omgekeerde aan.
'braadpan ∉ {pannen}' betekent dus: een braadpan is geen element van de verzameling pannen.