Deze regels kunnen je helpen om de lidwoorden makkelijker te onthouden:
Mannelijk der of ein |
Vrouwelijk die of eine |
Onzijdig das of ein |
Mannelijke persoonsnamen
|
Vrouwelijke persoonsnamen
|
Veel woorden die in het Nederlands ‘het’ als lidwoord hebben
|
Mannelijke dierennamen
|
Vrouwelijke dierennamen
|
Verkleinwoorden met uitgang -lein of -chen
|
|
Veel woorden die eindigen op een -e
|
|
|
Woorden met uitgang: heit, keit, schaft, ung
|
|