Instructie
Wat: Bekijk de PowerPoint als je de uitleg nog niet volledig hebt begrepen of niet alles ervan hebt onthouden.
Resultaat: Je kunt de gegeven leerstof in je eigen woorden uitleggen.
Hoe: Zelfstandig
Tijd: 15 minuten
Hulp: Geen
Klaar: Ga verder naar de opdrachten van les 3
Uitleg in tekst
Doordat je pupillen groter en kleiner kunnen worden, kan je zowel goed zien in het felle licht, maar ook als het schemerig wordt buiten. In de iris zitten lengtespiertjes/straalgewijs lopende spiertjes die de pupillen opentrekken. In de iris zitten ook kringspiertjes die ze weer dicht kunnen duwen, zie afbeelding 1.
- Bij weinig licht worden de pupillen groter. Er kan dan meer licht het oog invallen. Zo kan je bij weinig licht toch nog zien.
- Bij veel licht worden de pupillen kleiner. Er kan dan minder licht het oog invallen. Zo wordt het netvlies beschermd als er veel licht is. Het netvlies kan anders namelijk beschadigen.
Pupilreflex = het groter en kleiner maken van de pupillen. Dit gebeurt vanzelf, je hoeft er niet over na te denken.
De lens in je oog zorgt ervoor dat je een scherp beeld op je netvlies krijgt. Het beeld is alleen een stuk kleiner en staat ook op zijn kop. Je hersenen draaien dit beeld weer om en vergroten het beeld weer. Je kunt zowel dichtbij als veraf scherp zien, dit komt doordat ej les platter en boller kan worden.
- Met een bolle lens kan je voorwerpen van dichtbij bekijken.
- Met een platte lens kan je voorwerpen van veraf bekijken.
Het platter en boller maken van de les heet accommoderen. Dit accommoderen gebeurt door het straalvormig lichaam.
Wanneer heb je een bril nodig?
1. Doordat de ooglens niet goed plat of bol kunt maken.
2. Doordat de vorm van je oogbol niet goed is.
Wanneer de oogbol te kort is, kan je alleen veraf scherp zien. Je bent dan verziend. Je hebt dan een bril nodig met bolle lenzen, een +bril. Als iemand verziend is valt het beeld achter het nevlies. Door een bril met bolle lenzen worden de lichstralen naar elkaar toe gebogen, waardoor het beeld weer op het netvlies terecht komt.
Wanneer de oogbol te lang is, kan je alleen dichtbij scherp zien. Je bent dan bijziend. Je hebt dan een bril nodig met holle lenzen, een -bril. Als iemand bijziend is valt het beeld voor het netvlies. Door een bril met holle lenzen worden de lichtstralen wat meer uit elkaar gebogen, waardoor het beeld weer normaal op het netvlies terecht komt.
Als iemand geen bril nodig heeft, valt het beeld altijd op het netvlies. Zowel bij het dichtbij kijken als het ver weg kijken.