Instructie
Wat: Je voert deze opdracht met zijn tweeën uit. Je overhoort elkaar. De een leest de definitie/begrip voor en de ander geeft aan bij welk onderdeel dit hoort. Degene die de definitie/begrip heeft voorgelezen geeft aan of het antwoord juist is en gaat verder. Hierna draaien jullie de rollen om.
Hoe: Met de buurman/buurvrouw
Tijd: 15 minuten
Hulp: Geen
Resultaat: Je weet nu welke begrippen je nog niet goed kent.
Klaar: Begin met je huiswerk, les 2