Rusland voor de Eerste Wereldoorlog
De leider van Rusland was tsaar Nikolaas II. Tsaar is het Russische woord voor keizer. De tsaar leefde met zijn famillie in luxe terwijl het boeren volk hard moest werken voor maar kleine beetjes te eten. Rusland was nog een agrarisch land, grotendeels van de burgerbevolking werkte in de landbouw. Hierdoor waren veel mensen arm. Volgens de arme massa was hun armoede de schuld van de tsaar.
De tsaar moet vluchten
Tijdens de Eerste wereldoorlog verloren de Russen veel grond. Het volk van Rusland ging protesteren. Volgens veel Russen waren de verliezen de schuld van de tsaar. De tsaar gaf leiding aan het leger, maar iedereen wist dat hij daar heel slecht in was. De generaals, de bazen van het leger, wouden ook niet dat de tsaar zich met de oorlog bemoeide, maar de tsaar dacht dat hij geniaal was. Het Russische volk was ook woedend over het feit dat er veel te weinig te eten was voor iedereen.
Het volk ging vredig protesteren bij het paleis van de tsaar. Maar Nikolaas schrok van de hoeveelheid mensen en liet het leger op de burgers schieten. Dit ging ook voor het leger te ver, ze keerden zich tegen de tsaar. In 1917 werd Nikolaas afgezet en moest hij samen met zijn gezin vluchten voor de boze menigten. Toen hij werd afgezet kreeg hij de bijnaam Nikolaas de bloedige.
Nieuwe machthebbers, zelfde problemen
Toen de tsaar was gevlucht werd er een tijdelijke regering opgezet. Deze tijdelijke regering kwam bijeen om te beslissen wat er met het land moest gebeuren. Tegen de wil in van het volk lieten ze de oorlog door gaan en voerden nog meer belasting in. Het volk was hier woedend over, ze hadden net de tsaar afgezet maar hun nieuwe regering maakte de situatie alleen maar erger. Het was tijd voor een grote verandering!