Nederland in de Tweede Wereldoorlog

Nederland wilde net zoals in de Eerste Wereldoorlog neutraal blijven. Ze wilden geen kant kiezen. De Duitsers beloofden Nederland niet aan te vallen, maar dat deden ze toch. Op 10 mei 1940 werd Nederland aangevallen door Duitsland. Het Duitse leger was een stuk moderner en beter getraind dan het Nederlandse maar het Nederlandse leger verzette zich hevig. Het verzet van de Nederlanders kwam voor de Duitsers als een verassing. Door de felle tegenstand besloten de Duitsers Rotterdam te bombarderen. Op 14 mei 1940 werd Rotterdam gebombardeerd. De stad werd voor een groot deel verwoest. Uit angst voor meerdere bombardementen gaf Nederland zich op 15 mei 1940 over. Vanaf dat moment is Nederland bezet door Duitsland.

In het begin waren de Duitsers vrij vriendelijk tegenover de Nederlanders. De Duitsers zagen ons ook als ubermenschen. Sommige mensen besloten met de Duitsers samen te werken. Dat worden collaborateurs genoemd. Andere mensen moesten niks van de Duitsers hebben en gingen in het verzet. De verzetstrijders gingen de plannen van de Duitsers saboteren. Dat was niet zonder risico, als je gepakt werd wachtte je een vuurpeleton. In de bezette landen zoals Frankrijk, Nederland en Polen waren er grote groepen verzetstrijders die de Duitsers weg wilden hebben. Wanneer het duidelijk werd dat Duitsland de oorlog ging verliezen werden de Duitsers strenger en moesten veel Nederlandse mannen gaan werken in Duitsland om wapens in de fabrieken te maken. Alle Duitse mannen waren aan het vechten tegen de geallieerden.

In 1944 wordt het zuidelijke deel van Nederland bevrijd door de Amerikanen en Britten. Ze wilden heel Nederland bevrijden van de Duitsers maar dat offensief (operatie Market Garden) mislukte. Het Noordelijke deel van Nederland had in de winter veel te weinig eten voor al de inwoners. Deze winter wordt ook wel de hongerwinter genoemd. Veel mensen stierven tijdens deze periode door honger en ondervoeding. Op 5 mei 1945 gaven de Duitsers zich over. Nederland was vrij.