De meesten zijn tevreden over een nieuwe auto en een mooie televisie. Je kunt echter ook verliezen wat je hebt gekocht. Je spullen kunnen makkelijk worden gestolen. Voor de financiƫle gevolgen van dit risico kun je een verzekering afsluiten. Het bedrag dat je in termijnen betaald (maandelijks of jaarlijks) aan een verzekeringsmaatschappij heet premie. Zodra je auto wordt gestolen of beschadigd raakt, krijg je geld van de verzekeringsmaatschappij om een nieuwe te kopen of het te repareren. Er zijn veel soorten verzekeringen. Zo kun je jouw telefoon, fiets of auto verzekeren. Je kan ook een reisverzekering nemen. Je ontvangt hier een bewijs van, dit heet polis.
Of je een verzekering neemt of niet, dat ligt aan jou. Er zijn mensen die minder risico lopen of hebben minder in bezit. Als je weet dat jouw fiets altijd in de schuur bewaart en geen gevaar loopt van dieven, dan neem je niet snel een verzekering hiervoor. Er zijn echter een aantal gevallen. Maar in sommige gevallen kan de schade zo hoog zijn dat bijna niemand het kan betalen. Om deze reden zijn er een paar verzekeringen die verplicht zijn gemaakt door de overheid. De Zorgverzekeringswet (Zvw) voor ziektekosten en de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) voor bestuurders van auto's, motoren en scooters.

Als jij iets kapot maakt van een ander, dan moeten jouw ouders dat betalen. Dat kan duur zijn voor ze. Daarom is er hier een verzekering voor: de Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren (AVP). Deze verzekering geldt ook voor huisdieren. Als jouw hond een puppy bijt, dragen jouw ouders de kosten van de dierenarts. De AVP dekt deze kosten. Je verwacht niet dat je hond een andere hond gaat bijten. Ook weet je niet van tevoren hoeveel dit allemaal gaat kosten bij de dierenarts. Zo'n onverwachte moment die financiele schade tot gevolg heeft, is een onzeker voorval.