Prijselasticiteit van de vraag.
Het coronavirus heeft roet in het eten gegooid bij veel voetbalwedstrijden, het voetbal moest noodgedwongen stoppen. Nu de voetbalwedstrijden weer mogen beginnen starten de clubs de kaartverkoop ook weer op. De kaartjes voor de wedstrijd Fc Barcelona tegen Real Madrid werden voor corona verkocht voor 300 euro, maar omdat het voetbal nu stil heeft gelegen wilt Fc Barcelona koste wat kost alle kaarten verkopen. Fc Barcelona verlaagd de prijzen naar 200 euro per kaartje. Door deze prijsverandering neemt de vraag naar het luxe product hevig toe.
De vraag naar een pak melk reageerd minder sterk op een prijsverandering. Voedsel is een van de eerste levenbehoeftes, als een pak melk stijgt in prijs dan reageren de vragers nauwelijks tot bijna niet. De reactie op de prijsverandering is zwak.
Hoe meet je de reactie van de vraag op de prijsverandering?
Dit doe je met behulp van de prijselasticiteit van de vraag. Als de vraag naar een product sterk reageerd is het een elastisch goed. Dit betekent dat de elasticiteit dan onder de -1 ligt.
Is de vraag inelastisch dan ligt de elasticiteit tussen de -1 en de 0. Dit betekent dat er zwak gereageerd wordt op de prijsverandering.
Als er helemaal niet op de prijsverandering dan is de vraag volkomen inelastisch, dat betekent dat de waarde 0 is.
Formule prijselasticiteit: Verandering van de vraag in procenten/Verandering van de prijs in procenten.
Voorbeeld: Een product kost 200 euro en er worden 35 stuks verkocht. De prijs daalt naar 150 euro en de vraag veranderd naar 55 stuks. Wat is de prijselasticiteit?
Stap 1. procentuele verandering van de vraag en van de prijs berekenen.
(150-200) / 200*100% = -25% verandering van de prijs (nieuw-oud/oud)
(55-35) / 35*100 = 57% verandering van de vraag (afgerond, ook hier nieuw-oud/oud)
Stap 2. verandering van de vraag in procenten/verandering van de prijs in procenten.
57 / -25 = -2,28
Stap 3. conclusie, dit goed is elastisch omdat het onder de -1 zit.