Extra stof:
Wanneer je moeite hebt met de stof bedenk dat eerst voor jezelf welk onderwerp je lastig vindt ( weer en klimaat, de hoofdklimaatzones, de soorten klimaatzones). Oefen met de onderwerpen die je lastig vindt en lees de extra uitleg hieronder nog eens goed door.
Weer en klimaat:
Wat is nou precies het verschil tussen het weer en het klimaat?
- Weer: Is de toestand van de lucht op een bepaald moment op een bepaalde plek. Je kan hierbij denken aan het weerbericht. Bij het weerbericht kijken ze vaak naar een bepaalde plek, bijvoorbeeld Rotterdam. Ze kijken dan dus naar het weer op die plek, is het zonnig of regenachtig en hoeveel graden wordt het?
- Klimaat: Het klimaat is het gemiddelde weer over een langere periode gemeten ( over 30 jaar). Het klimaat vindt je terug in gebieden over de hele wereld dit noemen we klimaatzones. Het klimaat kan dus niet zo maar veranderen.
De vijf hoofdklimaatzones:
Op lage breedte:
- Tropisch klimaat
- Woestijnklimaat
Op gematigde breedte:
- Zeeklimaat
- Landklimaat
Op hoge breedte:
- Poolklimaat
Soorten klimaatzones:
Over de hele wereld zijn er dus klimaatzones, hierboven hebben we gekeken naar welke vijf klimaatzones er zijn en waar deze zich bevinden. Elke klimaatzone heeft kenmerken:
Tropisch klimaat: In het tropisch klimaat is het erg warm, het wordt zelfs in de winter niet kouder dan 18 graden. Ook valt er veel neerslag in het tropisch klimaat. Door deze omstandigheden groeien er veel planten en bomen in het tropisch klimaat zoals het tropisch regenwoud.
Woestijnklimaat: In het woestijnklimaat is het erg droog, er valt dan ook bijna geen neerslag. Doordat er bijna geen neerslag valt kunnen er ook geen planten en bomen groeien. De enige soort vegetatie die er groei zijn kleine struikjes en kleine plantjes.
Zeeklimaat: Het zeeklimaat wordt beïnvloed door de zee. Het is daarom in de zomer er niet heel erg warm en in de winter niet heel erg koud, dit noemen we zachte winters en koelere zomers. In het zeeklimaat kunnen loofbomen groeien die hun blaadjes in de herft en in de winter laten vallen.
Landklimaat: Het landklimaat wordt niet beïnvloed door de zee. De zomers en winters zijn daarom extremer dan in het zeeklimaat. De winters zijn erg koud en er kan dan neerslag vallen in de vorm van sneeuw. De zomers zijn een stuk warmer dan de zomers in het zeeklimaat. In het landklimaat kunnen naaldbomen groeien, dit zijn bomen die zich wat beter aan kunnen passen aan het extremere klimaat.
Poolklimaat: Het poolklimaat is vooral erg koud. De winters zijn er erg donker en koud en zelfs in de zomer komt de temperatuur niet boven de 0 granden. Omdat het er zo koud is en er vooral neerslag valt in de vorm van sneeuw kunnen er geen bomen en planten groeien. In het poolklimaat groeien vooral grassen en kleine struikjes.
Opdracht: Bekijk de mindmap, wanneer deze niet werkt in de Wikiwijs gebruik dan het linkje. Wanneer je moeite hebt met de theorie kan je het onderstaande filmpje bekijken.
Filmpje met uitleg over de klimaten