Doelstelling
Voor het maken van het tentamen gelden de volgende doelstellingen:
Thema 3.1 Genotypen en fenotypen
- Je kent de termen genotypen en fenotypen en kunt uitleggen wat de verschillen zijn
- Je weet wat een gen is
Thema 3.2 Geslachtschromosomen
- Je weet wat geslachtscellen zijn en uit hoeveel chromosomen ze bestaan bij de mens
- Je weet wat reductiedeling is
Thema 3.3 Genenparen
- Je kent de termen homozygoot en heterozygoot en kan deze uitleggen
- Je kent de termen dominant en recessief en kan deze uitleggen
Thema 3.4 Kruisingen
- Je snapt welke soort gekruist kunnen worden
- Je kan een kruisingstabel maken en de verhoudingen daaruit aflezen
Thema 3.5 Stambomen
Thema 3.6 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
- Je kan uitleggen wat de verschillen zijn tussen geslachtelijk en ongeslachtelijke voortplanting
- Je weet wat veredeling is en waarom dit gedaan wordt
Thema 3.7 Mutaties
- Je weet wat een mutatie is
- Je weet wat mutagene invloeden zijn en kent enkele voorbeelden
Thema 3.8 Erfelijkheidsonderzoek
- Je weet wat een drager is in de genetica
- Je kent verchillende vormen van prenataal onderzoek
Thema 3.9 Biotechnologie
- Je kunt uitleggen wat biotechnologie is
- Je weet wat genetische modificatie is
- Je weet wat een transgeen is
- Je kent argumenten voor en tegen genetische modificatie
Thema 3.10 De evolutietheorie
- Je kunt uitleggen hoe volgens de evolutietheorie leven is ontstaan
- Je weet wat natuurlijke selectie is
- Je kunt uitleggen hoe een nieuwe soort kan ontstaan
Thema 3.11 Argumenten voor evolutie
- Je kunt uitleggen waarom fossielen de evolutietheorie ondersteunen
- Je kunt overeenkomsten herkennen tussen verschillende organismen
- Je weet wat rudimentaire organen zijn
Damn wat veel hoofdstukken zeg. Pfff....