Natuurlijke selectie
Een spel dat gaat over de natuurlijke selectie. Welke score haal jij?
De evolutietheorie
Nee, we gaan het niet hebben over Pokemon en hoe die van de ene vorm naar de andere gaan. Pokemon bestaan nieteens echt, dus best wel gek dat je nu ineens denkt dat het daar over gaat.
Maar goed, evolutie, de ontwikkeling, verandering en verdwijning van soort op de aarde. Daar gaat dit over. Hoe is dit mogelijk en hoe weten wij nou wat er die miljarden (Hoeveel nullen zijn dat?) jaren geleden gebeurd is? Daar is onderzoek naar gedaan en wordt nu nog steeds onderzoek naar gedaan. 100% zeker weten we het niet, maar de kans dat dit wel zo is als we nu weten is enorm groot en de kans dat het niet klopt is nagenoeg verwaarloosbaar.
Een populatie is een groep individuen van dezelfde soort die in een gebied leven en met elkaar voortplanten. Door die geslachtelijke voortplanting ontstaan steeds weer nieuwe genotypen. Ook kunnen er mutaties plaatsvinden die positief zijn voor de soort. Als er een positieve verandering is in het genotype (bv betere schutkleuren voor een dier zodat een vijand hem minder goed ziet) is de kans dat deze soort het overleeft groter; De overlevingskans neemt toe. Dit heet natuurlijke selectie. Bij nauurlijke selectie overleeft degene die zich het beste aan kan passen aan zijn omgeving. Dat hoeft niet perse de sterkste te zijn!
Wanneer de best aangepasten met elkaar paren zullen de aangepaste genen van de soort doorgegeven worden. De soort verandert of is dan geëvolueerd.
Soms blijven de aangepaste organismen zich nog wel voortplanten met de 'normale' soortgenoten, maar wanneer dit niet meer gebeurt is er sprake van een andere soort.
Het komt ook voor dat er nieuwe soorten ontstaan doordat een populatie dieren gesplitst wordt. Het kan voorkomen dat er een bergketen groeit tussen de dieren in, of dat er een zee ontstaat (Bedenk je wel even in dat dit over miljarden jaren gaat hè). De dieren die eerst bij dezelfde soort hoorden, leven nu ineens gescheiden van elkaar. In beide gebieden treedt natuurlijke selectie op waardoor de populaties aan beide kanten zich aan gaan passen aan het milieu wat zij hebben. Na verloop van tijd zijn de twee populaties zo van elkaar gaan verschillen dat ze geen vruchtbare nakomelingen meer kunnen krijgen. Er zijn dan twee nieuwe soorten ontstaan uit één gemeenschappelijke soort.
Evolutietheorie https://youtu.be/ihwnJO8mnik
Argumenten voor evolutie
Sommige soorten dieren bestaan niet meer. Denk maar aan de dinosaurus. Maar die hebben wel bestaan. Dat weten we zonder dat we er bij zijn geweest. Er zijn namelijk resten gevonden van deze dieren. Deze versteende overblijfselen van organismen noemen we fossielen. Een fossiel geeft dus aan dat er eerst andere soorten dieren leefden op de aarde dan dat er nu doen. Dit is een argument dat de evolutietheorie ondersteunt.
Op het plaatje hiernaast zie je 4 verschillende delen van een skelet. Wanneer je echter scherp kijkt naar de onderdelen van dit skelet dan zie je overeenkomsten met elkaar. Het spaakbeen (iets oranje van kleur) zie je bij de mens (Human), de kat (Cat), de walvis (Whale) en de vleermuis (Bat) terug. Dat geldt ook voor de ellepijp (bijna wit van kleur), de hanwortelbeentjes (geel) en de vingerkootjes (bruin). Al deze dieren zijn verschillend van elkaar als je naar ze kijkt aan de buitenkant, maar wanneer je ze van de binnenkant bekijkt dan zie je dat ze ook op elkaar lijken. Het zou dus goed kunnen zijn dat al deze soorten een zelfde voorouder hebben gehad en vandaaruit allemaal zelf zich zijn gaan ontwikkelen. Ook zien we bij sommige dieren organen zitten die ze niet meer gebruiken. Bij walvissen en grotere slangen zien we nog steeds een heupbeen en een dijbeen zitten, maar ze hebben beide geen poten meer. Wanneer een organisme organen heeft die hij niet meer gebruikt, noemen we dat rudimentaire organen. Rudimentaire organen en overeenkomsten in de bouw van het skelet bij dieren zijn argumenten die de evolutietheorie ondersteunen. Ze geven beide aan dat er sprake is van een gemeenschappelijke voorouder.
Maar zijn er nog meer overeenkomsten. Gaan we naar de cellen kijken dan zien we daar ook een hoop overeenkomsten in. Zoals we geleerd hebben in het eerste thema dit jaar, hebben veel organismen een celkern met daarin DNA. DNA regelt alles in de cel bij dieren, planten, schimmels en bacteriën door middel van eiwitten. Veel van deze eiwitten zijn hetzelfde bij al deze verschillende rijken (over rijken leer je in het volgende thema).
Argumenten voor de evolutie https://youtu.be/m7igkk5eWYs