Geno en feno wattes? Rustig! Lees gewoon eerst even. Het zijn wat ingewikkelde stoere namen, maar ze zijn best makkelijk om te begrijpen.
Makkelijk om te onthouden: Fenotype is het uiterlijk. Dus je haarkleur, de grote van je neus of voeten. Alle zichtbare eigenschappen noemen we dat. Je fenotype kan je veranderen. Je kan een blanke huid hebben, maar 10 dagen in de zon van St Tropez zorgen er toch echt voor dat je huid er anders uit gaat zien.
Maar hoe worden erfelijke eigenschappen doorgegeven? Daar hebben we de thema's Organen en Cellen en Voortplanting voor nodig. Je hebt daar geleerd over chromosomen die in elke cel van een organisme zitten. Een klein stukje van zo'n chromosoom noemen we een gen. In zo'n gen staan jou erfelijke eigenschappen opgeschreven.
Dan dat andere moeilijke woord: Genotype. Genotype betekent de erfelijke informatie die in het DNA staat. Genen komen altijd in paren voor. In iedere lichaamscel vind je dus één paar genen die bepaalt wat voor kleur ogen jij hebt. Het genotype ontstaat wanneer de eicel en de zaadcel samensmelten: de bevruchting. Je hebt de helft van de genen van je vader en de andere helft is van je moeder. Dit betekent dus dat in geslachtscellen (eicellen of zaadcellen) maar één gen zit voor bijvoorbeeld de kleur van je ogen of de grote van je voeten.
Hoe je er uit ziet is afhankelijk van twee zaken:
Je fenotype kan dus veranderen. We zeggen dan vaak dat je fenotype voortkomt uit je genotype en de omgeving.
Gooien we er nog even een tabbeletje tegenaan voor het overzicht hoor. Komtiedanhè!?
Fenotype | Genotype |
Is je uiterlijk | Zijn je genen |
Kan veranderen door het milieu | Kan niet veranderen |
Voorbeeld de kleur van je haar |
Komt van je ouders |
Ontstaat bij de bevruchting |
Fenotype en genotype https://www.youtube.com/watch?v=-KA3MghMh0g