Een exponentieel verband hoort bij een exponentiële formule.
Deze formules gebruik je voor het rekenen met procenten op procenten en met groeifactoren.
De formules die horen bij een exponentieel verband zijn van de vorm h = b · gt.
De variabele in de formule is altijd de exponent van een groeifactor.
Voorbeelden zijn y = 50 · 0,73x en h = 12 · 1,03t.
Hieronder een voorbeeld van een tabel die bij een exponentieel verband hoort.
t | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | ||||||
h | 600 | 630 | 661,5 | 694,575 | 729,303... | 765,769... | ||||||
![]() ×1,05 |
![]() ×1,05 |
![]() ×1,05 |
![]() ×1,05 |
![]() ×1,05 |
||||||||
Bij een constante toename boven in de tabel, moet je onderin altijd met hetzelfde getal kunnen vermenigvuldigen.
Ook als de factoren bij de pijlen iedere keer net iets anders zijn, maar allemaal rond hetzelfde getal liggen, heb je te maken met een exponentieel verband. De afwijking komt dan door afrondingen in de tabel.
De grafiek die bij een exponentieel verband hoort is:
- een steeds sneller stijgende grafiek (groeifactor groter dan 1).
- of steeds langzamer dalende grafiek (groeifactor tussen 0 en 1).