Breuken, procenten en decimale getallen
Procent: cent betekent honderd.
Achter een getal zet je %
Procenten wordt ook wel percentage genoemd.
We gaan decimale getallen omrekenen naar procenten en andersom.
Voorbeelden:
1/100 = 1:100 = 0,0.1 = 1%
83% = 83/100 = 83:100 = 0.83
Sommige percentages en breuken worden veel gebruikt, het is handig om deze uit je hoofd te leren. Zie het plaatje hieronder.
Korting
Waarschijnlijk kom je bij het winkelen vaak het procent-teken (%) tegen.
Als iets met korting is, haal je het percentage van de oude prijs af.
Bijvoorbeeld:
Een jas is 120 euro en heeft 70% korting.
We moeten eerst berekenen wat 70% in euro's is.
We moeten daarvoor eerst 70% omrekenen naar een decimaal getal.
70% = 7 x 10%
10% = 1/10 = 0,1 (Dit is de regel die je uit je hoofd moet leren)
70% = 7 x 0,1 = 0,7
10% van 120 euro = 120:10 = 12 euro
70% van 120 euro = 7 x 12 = 84 euro
De korting haal je van 120 euro af.
Je moet dus voor de jas nu nog maar 120 - 84 = 36 euro betalen.