Rechten

Bestandseigendom is een belangrijk onderdeel van Linux dat een veilige methode biedt voor het opslaan van bestanden. Elk bestand in Linux heeft de volgende attributen:

De machtigingsindicatoren

Tijdens het gebruik van de opdracht ls -l geeft het als volgt verschillende informatie weer met betrekking tot bestandsrechten:

$ls -l /home/patrick
-rwxr-xr--  1 patrick   users 1024  Nov 2 00:10  mijnbestand
drwxr-xr--  1 patrick   users 1024  Nov 2 00:10  mijndirectory

Hier vertegenwoordigt de eerste kolom verschillende toegangsmodi, dwz de toestemming die is gekoppeld aan een bestand of een map.

De machtigingen zijn onderverdeeld in groepen van drie en elke positie in de groep geeft een specifieke machtiging aan, in deze volgorde: lezen (r), schrijven (w), uitvoeren (x):

Bestandstoegangsmodi

De machtigingen van een bestand zijn de eerste verdedigingslinie in de beveiliging van een Linux-systeem. De basisbouwstenen van Linux-machtigingen zijn de lees-, schrijf- en uitvoeringsmachtigingen, die hieronder worden beschreven:

Lezen

Geeft de mogelijkheid om de inhoud van het bestand te lezen, dwz te bekijken.

Schrijven

Geeft de mogelijkheid om de inhoud van het bestand te wijzigen of te verwijderen.

Uitvoeren

Een gebruiker met uitvoeringsrechten kan een bestand als een programma uitvoeren.

Toegangsmodi voor mappen

Toegangsmodi voor mappen worden op dezelfde manier weergegeven en georganiseerd als elk ander bestand. Er zijn een paar verschillen die moeten worden vermeld:

Lezen

Toegang tot een directory betekent dat de gebruiker de inhoud kan lezen. De gebruiker kan de bestandsnamen in de directory bekijken.

Schrijven

Toegang betekent dat de gebruiker bestanden kan toevoegen aan of verwijderen uit de directory.

Uitvoeren

Het uitvoeren van een map heeft niet echt zin, dus beschouw dit als een toestemming om door te bladeren.