Na het volgen van dit onderdeel ben je in staat om;
- in hoofdlijnen te omschrijven hoe de samenwerking met de politie is ingericht en georganiseerd;
- het begrip ambtenaar van politie te omschrijven;
- de taak van de politie te benoemen;
- de organisatie van de politie te omschrijven;
- de bevoegdheden van de politie te noemen;
- de bevoegdheden van de BOA in relatie tot het gebruik van geweld en fouileren te benoemen;
- de organisatie en het gezag over de politie te omschrijven.
Voor dit onderdeel maak je gebruik van paragraaf 3: Samenwerking met de politie uit hoofdstuk 2 van het BOA boek.
Lees de tekst in paragraaf 3.1.2.
Lees paragraaf 3.2 van hoofdstuk 2.
Binnen de politie zijn er verschillende politieambtenaren werkzaam. Deze ambtenaren zijn niet allemaal aangesteld voor de uitvoering van de politietaak. In lid a van artikel 2 van de Politiewet 2012 worden de ambtenaren genoemd die zijn aangesteld voor de politie taak. Deze ambtenaren worden ook wel exexutieve politieambtenaren genoemd. Binnen de politie organisatie hebben zij een verschillende rang.