Stap 2: Favela's

De groei van de megasteden ging gepaard met of was het gevolg van een ware exodus vanuit het platteland. De meeste nieuwkomers belanden letterlijk aan de rand van de samenleving: in de favela’s, de sloppenwijken van Midden- en Zuid-Amerika. Favela is een Portugees woord, maar het is inmiddels ook ingeburgerd in de meeste Spaanstalige landen van Zuid-Amerika.

Een sloppenwijk is een verzameling armoedig ogende woningen, meestal aan de rand van grote steden, waar het de bewoners ontbreekt aan de meeste basisvoorzieningen: deugdelijke huizen, schoon drinkwater, sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg en onderwijs. Doorgaans worden de huizen illegaal gebouwd op lege stukjes grond. En vaak zijn ze leeg met een reden, bijvoorbeeld slecht begaanbaar of gevaarlijk in verband met aardverschuivingen.

Wonen in een sloppenwijk is voor de arme nieuwkomers in steden van Zuid-Amerika vrijwel de enige optie voor het verkrijgen van een eigen stukje grond. Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw werden deze illegale wijken vaak met een bulldozer weggehaald, maar de behoefte aan een eigen stukje grond en een eigen woning was simpelweg te groot. Gemeentebesturen laten de sloppenwijken tegenwoordig meestal met rust.

In de sloppenwijken is vaak geen sprake van een stratenplan en deze wijken hebben geen legale status. Elektriciteit wordt vaak illegaal afgetapt waarbij een wirwar van levensgevaarlijke draden ontstaat. In deze armoedige omstandigheden hebben drugsbazen het vaak voor het zeggen.

Bekijk de video over de sloppenwijk ‘Villa 31’ in Buenos Aires.

Rio de Janeiro kennen we onder meer vanwege het grote Christusbeeld dat over de stad uitkijkt, maar de stad heeft een andere beroemde, of liever gezegd: beruchte kant. De stad is een van de gewelddadigste ter wereld. Elke dag worden er gemiddeld twintig mensen vermoord. Het merendeel van de moorden vindt plaats in arme buurten, maar ook daarbuiten is het vaak niet pluis.

Een sloppenwijk bezoek je niet zomaar. De Nederlander Bert Ernste vertelt hoe dat gaat:

"Als we Rocinha binnenlopen, rennen er meteen een paar jongetjes voor ons uit. Zij gaan de drugsbazen waar­schuwen dat er vreemd volk in de wijk is. In bijna alle sloppenwijken van Rio de Janeiero, en dat zijn er meer dan 500, zwaaien hande­laren in ver­dovende middelen op een of andere manier de scepter.

Regelmatig worden de favela’s van Rio opge­schrikt door schietpartijen, waar de politie meestal niets aan durft te doen. Ons bezoek aan Rocinha is dan ook goed voorbereid door een paar mensen van de stadsplanning van Rio de Janeiro, om conflicten met de handelaren in verdovende middelen te voorkomen. De jongetjes van de drugsbazen blijven we onderweg regelmatig tegenkomen, maar we kunnen ongestoord de hele wijk doorlopen."

De ogen en oren van de drugsbazen
in de sloppenwijk.

Het armoedige leven in Rocinha trekt zelfs toeristen aan. Zie het verslag van een dagtocht:

Met de camera op de buik scheuren we in een busje door Rocinha. Onze gids Sidharta vertelt gedreven over het reilen en zeilen van de drugshandel in de favela’s. Hij legt uit hoe zwaarbewapende Rode Commando’s, de ordedienst van de drugsbazen, de favela’s onder controle houden. Hij vertelt hoe 7-jarige jongetjes drugspakketjes rondbrengen. Ook wijst hij aan waar rijke inwoners van Rio hun cocaïne afhalen. Dan draait hij zich om en fluistert op opgewonden toon: “Niet kijken, maar die militairen daar, dat zijn ze nou, de Rode Commando’s.” We knikken vol ontzag. Twee zwaarbewapende mannen in een onberispelijk blauw uniform houden de straat scherp in de gaten. “Niets in deze wijk gebeurt zonder hun medeweten en goedkeuring, dat geldt ook voor onze tour”, gaat Sidharta verder, “We hebben een overeenkomst met de bendes. Zolang wij hen niet voor voeten lopen, mogen we onze gang gaan.”

Sidharta benadrukt dat zijn tourorganisatie wil bijdragen aan betere beeldvorming.
“Natuurlijk is er extreme armoede, maar dat is niet wat we willen laten zien. Er zijn ook betere delen van de wijk, waar mensen samenwerken en proberen hun situatie te verbeteren. Twintig procent van alle Carioca’s (inwoners van Rio) woont in een favela. Je komt ze dagelijks tegen; de taxi­chauffeur, het kamermeisje en de schoon­maakster. Ze hebben nauwelijks kans op een betere baan. Mensen van buiten de favela’s willen maar niet geloven dat de meeste inwoners van de favela niet crimineel zijn. Het overgrote deel is eerlijk en werkt hard.

Eigenlijk zouden vooral de Carioca’s de favelatours moeten doen.”

Bron: 'De burgerlijke krottenwijk' op Bert Ernste | De burgerlijke krottenwijk