In 1492 ‘ontdekte’ de ontdekkingsreiziger Columbus Amerika. Hij kwam niet in een leeg continent aan. Er woonden al miljoenen mensen. Omdat hij dacht in Indië beland te zijn, noemde hij de oorspronkelijke bewoners indios, indianen.
Zo’n 15.000 jaar geleden vestigden de eerste mensen zich in Amerika. Toen Columbus er aankwam, woonden er naar schatting tussen de 55 en 110 miljoen indianen. Hun aantal liep in korte tijd drastisch terug. Ze werden in grote aantallen gedood, eerst door de Spanjaarden en later ook door Portugezen, Fransen, Engelsen en Nederlanders. De grootste boosdoeners waren de ziekten die de Europeanen meebrachten, zoals de pokken en de mazelen. Omdat de indianen daar geen weerstand tegen hadden, werden in korte tijd hele bevolkingen gedecimeerd. Zo leefden in het gebied van het huidige Nicaragua 500.000 tot een miljoen indianen. In 1574, 82 jaar na Columbus, waren er nog 8000 over.
Het aantal indianen is langzaam weer gestegen tot het huidige aantal van 40 miljoen. Hun aantal valt in het niet bij de ongeveer 1 miljard inwoners in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika samen. De meeste indianen wonen in Zuid-Amerika, maar hun aandeel in de totale bevolking verschilt nogal per land. In Bolivia is de meerderheid van de inwoners van inheemse afkomst (55%), in Argentinië en Brazilië maken ze minder dan 1% van de bevolking uit (Argentinië: 0,8%, Brazilië 0,1%).
Ook hun politieke status is niet groot. In Brazilië leven veel indianen in speciaal voor hen afgebakende stukken land: reservaten. In andere landen bestonden ze tot voor kort officieel niet (zoals in Peru) of stond men zeer sceptisch tegenover speciale inheemse rechten (zoals in Chili).
De meeste landen zijn ooit door de Spanjaarden gekoloniseerd en het grootste deel van de indianen in Zuid-Amerika spreekt Spaans als eerste of als tweede taal (behalve in Brazilië, voormalige kolonie van Portugal; als zij een andere taal dan hun oorspronkelijke taal spreken is dat Portugees). De meesten zijn katholiek, maar die religie is hier vaak vermengd met inheemse elementen.
Hun etniciteit is niet alleen gekoppeld aan hun afkomst. Je kunt etniciteit omschrijven als: ”Het gevoel van onderlinge verbondenheid tussen de leden van een etnische groep op basis van ras, cultuur, taal, religie, nationaliteit en uiterlijke kenmerken.”
In Bolivia bijvoorbeeld zijn er maar liefst 36 verschillende inheemse talen, die alle een officiële status hebben. De verschillende indianenstammen van Bolivia hebben allemaal eigen klederdracht. En de muziek van de Aymara-indianen herken je aan de chuqui (panfluiten), vaak gespeeld in plattelandsorkesten samen met de phututu (koehoorn), fluiten en trommels.