Bij de meeste mensen is het zo, als ze slecht nieuws ontvangen reageren ze geschokt. Er is dan schrik en vervolgens boosheid, verdriet of teleurstelling. Het komt ook regelmatig voor mensen ontkennend reageren op slecht nieuws. Ze kunnen het niet bevatten, geloven niet dat het waar is.
Het is belangrijk dat je als verpleegkundige vooraf zo goed mogelijk inschat hoe de zorgvrager gaat reageren. Natuurlijk is dit niet altijd mogelijk. Soms weet je niet hoezeer het slechte nieuws gaat aankomen.
Doel van het slechtnieuwsgesprek
Het doel is dat je op een duidelijke manier een negatief bericht overbrengt. Je vertelt niet alleen het slechte nieuws, maar hebt ook aandacht voor de eerste verwerking van dat nieuws. Jouw taak als verpleegkundige is de zorgvrager te steunen, te troosten en te begeleiden.
Verloop van het slechtnieuwsgesprek
Deze verloop van een slechtnieuwsgesprek is natuurlijk niet altijd hetzelfde.
Eerste fase: het meedelen van het slechte nieuws. Omdat je in deze fase het slechte nieuws meedeelt, roep je bij de zorgvrager of zijn verwant frustratie op. Hij is teleurgesteld, verdrietig, stil of opstandig na het horen van het nieuws. Hij kan ook onverschillig reageren, maar let op: dit kan schijnhouding zijn om zichzelf te beschermen.
Tweede fase: het uiten van verdriet en zo mogelijk verminderen van frustratie. In deze fase probeer je er voor de zorgvrager te zijn en hem te troosten. Vaak hoort bij deze fase ook het geven van informatie. Ook kan deze fase van het gesprek erg lang duren, zelfs zo lang dat je beter kunt zorgen voor een korte of langere pauze. Als mensen emotioneel zijn moet je informatie in stukjes brengen en vaak ook herhalen.
Derde fase: ondersteuning bieden bij het aanpakken van het ontstane probleem. In deze fase probeer je samen te bekijken hoe jullie het probleem kunnen aanpakken. Dring geen adviezen op, want dan roept vaak boosheid op: ‘jij hebt makkelijk praten!’
Aandachtspunten voor het slechtnieuwsgesprek
De belangrijkste voorwaarde voor het voeren van een slechtnieuwsgesprek is je houding. Het gaat daarbij vooral om echtheid, begrip tonen, respect en empathie.
Bij een slechtnieuwsgesprek is goede gespreksvoering heel wat anders dan technieken en trucjes toepassen. Je moet de juiste instelling hebben naar je gesprekspartner. Daarnaast zijn er zeker wel richtlijnen voor hoe je een slechtnieuwsgesprek voert. Wat uitmaakt is het soort slechte nieuws.
Een aantal aandachtspunten zijn:
Vertel het bericht zonder aarzeling, kort en duidelijk. Vermijd langdradige inleidingen of zinloze uitweidingen. Zo voer je de spanning alleen maar op en verzacht je de klap niet. Je kunt het wel inleiding als ik heb slecht nieuws voor u. Maar dan moet het bericht wel komen.
Geef na het vertellen van het slechte nieuws een toelichting. Houd je toelichting eerst kort. Geef daarbij veel ruimte aan de ontvanger van het slechte nieuws om op je boodschap te reageren.
Bied daarna alle ruimte om gevoelens te uiten. De ontvanger van het slechte nieuws kan reageren met verdriet, agressie, ontkenning of door het alsmaar herhalen van dezelfde uitladingen of gedragingen. Blijf aanwezig op een steun gevende, stilzwijgende manier.
Zoek samen naar oplossingen, nadat de eerste frustraties (boosheid, teleurstelling) voldoende zijn verminderd. Vaak geeft iemand zelf wel aan wanneer dat het geval is.
Trek voldoende tijd uit voor het gesprek. Het is schadelijk voor het vertrouwen als je kort na het mededelen van het slechte nieuws alweer weg moet.
Rond het gesprek af, kondig het einde aan en geef daarbij aan dat de ander er altijd op terug mag komen. Zo geef je de ander de tijd om het nieuws te verwerken, en later nog de vragen te stellen die onvermijdelijk bovenkomen.
Zorg goed voor jezelf. Een slechtnieuwsgesprek is geen routinewerkzaamheid, en kan en mag dat ook nooit worden. Laat je gevoel spreken, zodat je goed kunt inspelen op de emoties bij de ander.