In de beroepspraktijk zijn er regelmatig zorgvragers die last hebben van een slaapprobleem of die een verstoord slaapritme hebben.
Slaap
Als een zorgvrager moe is, heeft hij behoefde aan slaap. Slaap is een fysiologische toestand van een verlaagde bewustzijnsgraad en verminderde aanspreekbaarheid. Het is een activiteit van de hersenen, de hersenstam om precies zijn. De hersenstam heeft onder andere als functie het slaap-waakritme van de mens in evenwicht te houden. Pas als iemand niet heeft kunnen slapen, door welke oorzaak dan ook, beseft hij dit. Het slaaptekort werkt overdag door in het zich niet fit voelen.
Slaapbehoefte
Tijdens het slapen rusten mensen uit. Het geeft geestelijke, emotionele en lichamelijke ontspanning. Door verschillende oorzaken kan bij de zorgvrager het evenwicht tussen slapen en waken verstoord raken. Ook de biologische klok speelt ook een rol in de behoefte aan slaap en activiteit. Hun biologische klok kan verstoord raken, waardoor ze onvoldoende slaap krijgen.
Slaapritme en slaapcyclus
Het slaapritme van ieder mens is verschillende. Er zijn mensen die vroeg gaan slapen en vroeg wakker zijn en direct actief zijn. Er zijn ook mensen die laat gaan slapen en de volgende ochtend niet wakker te krijgen. De slaap herken je in verschillende fasen. Dit zijn de fasen:
Eenmaal in slaap is er geen controle meer over de gedachten. De afwisseling van slaapfasen volgt vaak een bepaalde cyclus. Zo’n cyclus duurt ongeveer negentig minuten. Deze slaapcyclus is weer onder te verdelen in de fasen die hierna worden beschreven.