verschillende vormen van energie herkennen en benoemen in voorbeelden;
aangeven in voorbeelden welke energieomzettingen plaatsvinden;
twee eenheden (joules en calorieën) van energie opnoemen en gebruiken;
uitleggen hoe je duurzamer met energie om kunt gaan;
verschillende (brand)stoffen noemen die door destillatie van aardolie geproduceerd worden en aangeven waarvoor je ze kunt gebruiken;
voorbeelden aangeven waar je producten in het dagelijks leven tegenkomt die zijn gemaakt van aardolie;
uitleggen welke problemen (uitputting, versterkte broeikaseffect) het gebruik van fossiele brandstoffen met zich meebrengen;
uitleggen hoe je duurzamer om kunt gaan met het gebruik van plastic;
uitleggen hoe het (versterkte) broeikaseffect ontstaat en daarbij de begrippen verbranding en koolstofdioxide gebruiken;
uitleggen hoe je duurzamer kunt eten en drinken en wat je zelf zou kunnen doen;
de zin ‘We onttrekken veel meer energie en grondstoffen aan het milieu dan wordt aangevuld en we geven meer af aan het milieu dan verwerkt kan worden’ uitleggen aan de hand van een paar voorbeelden;
uitleggen wat het probleem is van zwerfafval en de plastic soep en aangeven wat jij kunt doen aan deze milieuproblemen;
uitleggen wat biodiversiteit betekent;
enkele voorbeelden noemen van dieren of planten die op de Rode lijst staan in Nederland en waardoor zij worden bedreigd;
het belang van wilde bijen en hommels toelichten met enkele voorbeelden;
je ecologische voetafdruk berekenen.
Vaardigheden
Je kunt:
zelfstandig een practicum uitvoeren aan de hand van een stappenplan.
een natuurwetenschappelijk verslag maken van een experiment.