Nu begint het echte schrijven. Je hebt alle informatie voor dit hoofdstuk al verzameld, alleen het staat nog op verschillende plekken in verschillende bronnen. Lees de bronnen nog eens door en maak met je groepje een schrijfplan voor hoofdstuk 1:
De titel van hoofdstuk 1 is deelvraag 1.
In de inleiding leg je uit waarom deze deelvraag belangrijk is en kun je de opbouw van het hoofdstuk weergeven. Soms is het nodig om een begrip uit de deelvraag uit te leggen.
In de kern werk je de deelvraag uit. Dat antwoord bestaat uit meerdere deelonderwerpen en alinea's. Let op dat je iedere alinea begint of eindigt met een kernzin en dat de rest van de alinea de uitwerking daarvan is. Zorg dat er een logisch verband te vinden is tussen de alinea's.
In het slot geef je een conclusie en/of het antwoord op deelvraag 1.
Lees kritisch wat jullie geschreven hebben:
Is je opbouw logisch?
Geef je een duidelijk en volledig antwoord op de deelvraag?
Staan er geen overbodige zaken in de tekst?
Is de tekst in correct Nederlands geschreven? Let op zinsbouw, spelling en interpunctie.
Tip:Schrijf je eigen tekst. Kopieren/plakken is verboden, óók als je hier en daar de moeilijke woorden vervangt. Bevat je tekst meer dan 30% plagiaat, dan krijg je sowieso een onvoldoende. Het is ook veel leerzamer om je eigen tekst te schrijven.
Schrijf in je logboek het schrijfplan voor Hoofdstuk 1.
Vul de checklist voor het nakijken van je tekst in.
Laat een buitenstaander (bijvoorbeeld je ouders) de tekst lezen en vraag of zij nog tips of vragen hebben.