Lesstof

Praktijkleren: MBO-Verpleegkundige https://www.youtube.com/watch?v=_yEBRalgoJM

Het tillen en verplaatsen van ouderen

Ouderen hebben meer gezondheidsklachten. Dit komt door een combinatie van aandoeningen. Ziektes zoals Reuma en Artrose zijn vaak de boosdoener. Ouderen krijgen naarmate ze ouder worden voornamelijk last van lopen, bukken en tillen. Ook heeft een valpartij ernstige consequenties voor de oudere omdat dit vaak lijdt tot blijvend letsel vooral op de beenderen. het daarom van belang dat ouderen in beweging blijven om het risico op vallen te verminderen.

Statistiek:

  1. Meer vrouwen dan mannen hebben mobiliteits problemen.
  2. Thuiswonenede ouderen hebben meer problemen met mobiliteit dan ouderen in een zorginstelling.

Regel bij het tillen:                                                                                                                              In de zorg mag je maar een max aantal kilo's tillen.

De valkuilen

Bij het tillen en verplaatsen van ouderen moet je ervoor zorgen dat je niet in een van de vijf valkuilen teraechtkomt.

1) Het haastig willen verplaatsen van de client

Door de hoge werkdruk in de zorg komt het vaak voor dat verpleegkundigen in tijdnood komen. Hierdoor gaan verpleegkundigen te gehaast aan het werk. Het gevolg is echter dat het werk zwaarder wordt en je lichamelijke klachten ontwikkelt.

Tip: Blijf kalm en rustig en het verplaatsen gaat soepeler, zonder teveel verspilling van energie.

2) Je lichaam overbelasten

Sommige verpleegkundigen tillen de client door te trekken aan de armen of door het grijpen van de oksels. Door de kracht die je bij het trekken zet, treedt er een automatische reactie van de client op namelijk de weerstand. De client verzet zich tegen het optrekken van de verpleegkundigen. Er ontstaat extra gewicht. Dit zorgt ervoor dat het werk extra zwaar wordt.

Tips: -Beweeg mee met de client in hun bewegingen. Geef eerst een duidelijke instructie aan de client wat je gaat doen, wacht tot er beweging ingezet wordt van de client zodat de handelingen soepeler kunnen verlopen.

-Voorkom ook het strekken van de armen en het vooroverbuigen van je rug. Je rug schouder en nek raken namelijk als eest belast bij langdurig verkeerd gebruik.

-Werk zo dicht mogelijk bij het bed en je lichaam.

3) Het kunnen en niet kunnen van de client in kaart brengen

Weet wat de client wel en niet kan. Je kan de patient leren om mobieler en zelfredzamer te worden. Dit kan hen motiveren en ze beter laten meewerken bij het tillen en het verplaatsen. De client kan meehelpen bij de verplaatsing waardoor jij minder belast raak.

Tip: Je kan aantekeningen bijhouden welke client wat kan. Zo creer je een overzicht voor jezelf en kan je snel te werk gaan.

4) Het onjuist of het niet gebruiken van hulpmiddelen

Zorg ervoor dat je tijdens je opleiding of op je stage, een persoon kent die je om hulp kan vragen over de hulpmiddelen. Dit voorkomt onnodige overbelasing van je lijf.

Tip: Het niet gebruiken van hulpmiddelen is niet sneller dan het wel gebruiken van hulpmiddelen, je hebt maar één rug bespaar het!

5) Het niet goed communiceren met je collega's.

Bij het verplaatsen van de client zorg je ervoor dat je tegelijkertijd start met je collega. Zo voorkom je dat er zware trekbewegingen ontstaan.

Tip: Laat een iemand de leiding nemen. Dit kan jij, je ander collega of zelfs de client zijn.

-Laat iemand aftellen zodat je allemaal tegelijkertijd optrekken.

Tillen van een ouder

Probleemgedrag bij ouderen

Probleemgedrag

Betekenis: Probleemgedrag is alle gedragingen die storend zijn voor zijn/haar omgeving.

Bij het verzorgen van ouderen komt regelmatig probleemgedrag voor. Dit kan fysiek maar ook  mentale vormen aannemen. Probleemgedrag zie je in vormen van schreeuwen, angst, onrust, verbale agressie, zelfverwonding, weglopen en teruggetrokken gedrag.

Waar je als zorgverlener op moet letten is dat er bij deze type gedragingen veel onderliggende oorzaken zijn die per client afhankelijk is en per situatie verschilt.

De client vertoont probleemgedrag omdat hij/zij zich niet kan verwoorden wat er aan de hand is. Ook gebeurd het vaak dat de zorgverlener de client niet bergijpt en niet weet hoe er gehandeld moet worden. Deze combinatie zorgt voor probleemsituaties.

Snelle oplossingen worden aangeboden in de vorm van afzonderen van de client en rustgevende medicatie aanbieden. Dit mag pas na overleg met de hoofdverpleegkundige.

Oorzaken van probleemgedrag bij de client kunnen ziektes zijn zoals dementie maar kunnen ook onstaan door depressie en taalstoornissen.

Bij een problematische interactie is er een probleemsituatie. Voor een oplossing op de lange termijn zijn er twee hulpmiddelen nodig.

1) Het maken van je stappenplan

Dit doe je door een beginsituatie van de client te beschrijven over zijn/haar probleemgedrag. Daarna bedenk je en voer je een interventie uit om de probleemsituatie te verhelpen. Tot slot ga je evalueren over jou interventie, je schrijft op hoe het is gegaan en je neemt de aandachtspunten mee voor de volgende keer.

Tip: Een stappenplan maak je voor elke individu.

2) Actieplan

Je kijkt naar het team functioneren, hoe is het teamverband, wat gaat goed, wat gaat minder goed, is de juiste opleiding gevolgd voor het omgaan met probleemgdrag. Al die punten gebruik je om het team te verbeteren.

De randvoorwaarden: Natuurlijk moet dit alles in een veilige omgeving. Er moet een veilig klimaat zijn op de werkvloer om het probleem binnen het team bespreekbaar te maken.

OuderenBesmettingsgevaar bij ouderen

Statistiek

Lage weerstand

Ouderen zijn kwetsbaarder om ziek te worden omdat ze een lage weerstand hebben. Ook hebben oudere meerdere chronische ziektes, zijn ze minder mobiel en hebben ze vaker te maken met psychische klachten die de weerstand verlagen. Hoe hoger de leeftijd, hoe kwestbaarder de oudere is.

Ouderen kunnen op vier manieren een achterstand hebben.

In het ingevoegde deel staat er informatie hoe jij jezelf en anderen kan beschermen tegen besmettingsgevaar.

 

Gemaakt met Padlet