De wereldgeschiedenis kent veel grote rijken. Een van de bekendste was het Romeinse Rijk, hoewel het niet eens de top 10 van grote rijken heeft gehaald.
Het grootste rijk ooit was het Britse Rijk. Op het hoogtepunt van hun macht, rond 1920 onder koning George V, hadden de Britten bijna 25% van het landoppervlak van de aarde onder controle, dat was een oppervlakte van zo’n 35,5 miljoen vierkante kilometer. Het was een enorm wereldrijk met gebieden in elk werelddeel. Bijna 20% van de wereldbevolking was Brits onderdaan.
Gif: Britse Rijk
Als een staat gedurende een bepaalde periode domineert op economisch, militair, financieel en cultureel gebied spreken we van een hegemoniale staat. Dat begrip komt van het oud-Griekse woord hègemoon (ἡγεμών) voor ‘aanvoerder, gids’.
Op cultureel gebied zien we de hegemoniale status terug in de officiële landstalen van Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en veel Afrikaanse landen*: het Engels.
* Nigeria, Zuid-Afrika, Tanzania, Kenia, Oeganda, Ghana, Kameroen, Zimbabwe, Malawi, Zambia, Rwanda, Sierra Leone, Liberia, Namibië, Lesotho, Botswana, Gambia, Swaziland, Mauritius en de Seychellen.
We spreken van een ‘hegemonie’ als er een duidelijk overwicht is - zonder dat er sprake is van directe geweldsuitoefening - dat de invloed van de grenzen van het rijk overstijgt. Het Britse Rijk was bijvoorbeeld lange tijd leidend in de wereldhandel, ook met landen die niet tot het rijk behoorden.