Alle systemen in je lichaam werken samen om je lichaam helemaal in balans te houden.
Je ziet op de placemat zes orgaanstelsel van het lichaam, zowel in de horizontale als in de verticale vakjes.
Vul in de vakjes in hoe de verschillende orgaanstelsels samenwerken.
Een voorbeeld: bloedsomloop en ademhaling (de twee vakjes links boven).
Een antwoord zou kunnen zijn: ‘De longen zorgen dat het bloed zuurstof kan opnemen’ en ‘de bloedvaten vervoeren koolstofdioxide uit het lichaam naar de longen’.
In de andere vakjes vul je steeds de samenwerking tussen twee andere orgaanstelsels in.
Spelregels:
Ieder groepslid neemt een kleur.
Om de beurt geef je een antwoord voor een van de vakjes.
Samen beslis je of het gegeven antwoord goed is.
Als dat zo is mag je het in je eigen kleur in het vakje schrijven en een punt voor jezelf noteren.
Als het antwoord fout is, of als je binnen de afgesproken tijd (bijvoorbeeld 15 sec.) geen antwoord kunt geven, is de volgende aan de beurt.
Vul alle vakjes in en tel het aantal punten.
Noteer op de placemat de namen en de kleuren.
Bespreek met je docent hoe deze opdracht wordt beoordeeld.