Stap 2: De GINI-coëfficiënt

De GINI-coëfficiënt  

De GINI-coëfficiënt is afgeleid van de Lorenzcurve en levert een getal op tussen 0 en 1. Dit wordt vaak vermenigvuldigd met 100. Dat levert dus een getal op tussen 0 en 100.
Om het te berekenen deel je de oppervlakte van gebied A (zie onderstaande grafiek) door het totale oppervlak van A en B samen. Dus A/(A+B). Hoe lager de uitkomst, hoe meer gelijkheid er heerst.

Bekijk hier meer informatie over de GINI-coëfficient.
Ook de volgende video legt het allemaal nog eens duidelijk uit.

Hier vind je een lijst van landen gesorteerd naar de verschillen inkomen tussen de rijksten en armsten van ieder land. Om de ongelijkheid te meten is gebruikgemaakt van de GINI-index, waarbij een index van 0 gelijkstaat aan volkomen gelijkheid en 100 aan volkomen ongelijkheid.

In theorie kunnen de getallen tussen 0 en 100 liggen waarbij ook hier de lagere getallen de grootste gelijkheid weergeven. In de praktijk liggen de getallen grofweg tussen 25 en 60.